Diefstallen uit zorgcentra

SLIEDRECHT - ,,Helaas kunnen we narigheid nooit helemaal voorkomen”, aldus Ko Smittenaar, mede-directeur van stichting Waardeburgh. Hij reageert hiermee op de diefstallen die eind vorige week zijn gepleegd in de Sliedrechtse zorgcentra Parkzicht en Overslydrecht. Een bewoner van Parkzicht deed aangifte van diefstal van een tas en een ander deed aangifte van insluiping en poging tot diefstal. Ook kreeg de politie nog twee aangiften vanuit Overslydrecht waar rond dezelfde tijd ook twee tassen zijn gestolen. Zowel de politie als de directie van stichting Waardeburgh (waartoe de zorgcentra behoren) roept mensen op niet bang te worden, maar wel alert te blijven.

Politiewoordvoerster Wilma Noordergraaf bevestigt de diefstallen en vertelt dat een man met een zwarte gereedschapskoffer de kamers is binnengelopen en handtassen van bewoners heeft gestolen. Ze waarschuwt mensen om alert te blijven: ,,De deur dicht houden en nooit vreemden binnenlaten die proberen met een mooi verhaal binnen te komen.”

Smittenaar vertelt ook dat er ongenode gasten binnen zijn geweest. ,,Dit soort diefstallen komt incidenteel voor. We zijn er niet voortdurend op bedacht dat mensen met slechte ideeën rondlopen. Laatst was op de Sliedrechtse markt een bende dieven actief, die bendes deinzen nergens voor terug. Mensen die dit doen zijn gigantisch brutaal.”

Binnen de zorgcentra wordt al veel gedaan aan diefstalpreventie, zo zegt Smittenaar. Zo hangen camera’s in de openbare ruimten, bewoners en personeel krijgen voorlichting over wat ze zelf kunnen doen om diefstal te voorkomen en de receptie wordt elke dag bemand. ,,Het is belangrijk dat mensen hun deuren dicht houden. Als ze weggaan moet de deur op slot, maar ook als ze thuis zijn, moet de deur dicht zijn. Zo voorkom je dat ongenode gasten naar binnen lopen. Vroeger hadden we een bord met namen van de bewoners waarop je kon zien of ze thuis waren of niet, dat hebben we weggehaald om het niet makkelijker te maken voor dieven.” In Overslydrecht is onlangs ingesteld dat alleen nog met een pinpas betaald kan worden. ,,Niemand hoeft meer geld in huis te hebben. We gaan zo steeds een stapje verder.”

Smittenaar merkt op dat de gebouwen zorginstellingen zijn en derhalve openbaar: ,,In onze huizen wordt gewoond, het is geen ministerie of een bank. Als je in het ziekenhuis op bezoek gaat dan loop je ook gewoon door. Mensen die slechte bedoelingen hebben, houd je toch niet tegen. Het gebeurt gelukkig niet vaak, maar als we een incident als dit hebben gehad volgen we een procedure; wie is erbij betrokken, wie zijn er geïnformeerd en wat zijn de adviezen die we nu kunnen geven. We wijzen onze bewoners erop om te allen tijde behoedzaam te zijn en ook als ze wel thuis zijn de deur van binnen op slot te doen.”

De directeur betreurt de diefstallen, maar merkt op dat het een trend is in de maatschappij: ,,We leven helaas in een tijd dat dit gebeurt en gelukkig hebben we bij diefstallen die bij ons hebben plaatsgevonden steeds de daders kunnen pakken. Mensen zijn over het algemeen te goed van vertrouwen. Natuurlijk moeten we ook niet iedereen gaan wantrouwen want dan wordt de situatie onwerkbaar. Tegen lieden met slechte bedoelingen is geen kruid gewassen.”