Het Kompas kijkt binnen in … De Wilgenhorst

15 maart 2009 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - Het Kompas keek binnen bij Vincent-Jan de Jong in De Wilgenhorst aan de Molendijk. Een woonhuis dat rond 1886 gebouwd is in opdracht van zijn overgrootouders. Erachter was een hoepels-, biezen-, riet- en mandenmakerij gevestigd. Later vestigde Vincent er zijn Jachthavenbedrijf De Jong. In de jaren 70 van de vorige eeuw was De Wilgenhorst kort in eigendom van de Stichting Baggermuseum. In 1976 kon Vincent de statige voormalig familiewoning terug kopen.

Door Margreet Strijker

De meeste mensen kunnen zich de jachthaven achter De Wilgenhorst nog wel herinneren. Ook zullen historisch geïnteresseerde Sliedrechters zich bewust zijn van het feit dat het Baggermuseum drie jaar in het schitterende pand gevestigd was. Ouderen weten misschien uit eigen herinnering nog dat Jan de Jong ter hoogte van de oude uitbreiding achter het statige woonhuis een exportbedrijf van hoepels, riet, biezen en andere griendproducten had. Maar wie weet nog dat, waar nu de Rijshoutstraat is, ooit grienden naast de hoepelschuren en bandwerkplaatsen lagen? Kunnen we ons nog voorstellen, dat er nog langer geleden coasters konden aanmeren aan de hoepelschuren? Ooit was er ter hoogte van de Westerstraat open water.

Vincent: ,,Mijn overgrootvader richtte er al rond 1800 zijn hoepelmakerij op: Jan de Jong Bzn. Hij had twee zoons: IJsbrand, mijn opa en Bastiaan. Ik weet niet precies of Bastiaan of zijn vader De Wilgenhorst heeft laten bouwen, maar de eerste heeft er samen met zijn vrouw Bastien gewoond. Bastiaan overleed vrij jong. De ziekelijke Bastientje bleef tot in de crisistijd (jaren 30 van de vorige eeuw) in De Wilgenhorst wonen. IJsbrand en Geertruida woonden in het huis dat later bekend stond als ‘Gort stoel op het dak’. Ik heb oma nooit gekend, maar ze werd Trui Smul genoemd omdat er zoveel gegeten werd. De stoep ernaast stond bekend als de Smulstoep. Trui stierf dan ook al jong aan hartvervetting, zoals dat toen heette.”

Vroeger had bijna iedereen in Sliedrecht een bijnaam. Vincent die in 1941 geboren is in het ‘Huis van Van Beuzekom’ werd ‘Jan de Hoep’ genoemd. ,,Ze zeiden altijd dat ik niet geboren was, maar gevonden in het riet.” Vincent moest zoals toen gebruikelijk in die kringen, naar een internaat voor een gedegen opvoeding en opleiding. ,,Twee maanden voor mijn eindexamen gaf ik er de brui aan en toen ben ik toch nog gewoon in de grienden terecht gekomen. Mijn moeder, die uit Dordrecht afkomstig was, had overigens weinig tijd voor kinderen. Ze werkte als privéchauffeur voor mijn vader, die zelf nooit heeft leren rijden. Voor de Sliedrechters bleef zij een buitenstaander. Haar bijnaam was ‘Het wijf van Jan de Jong’, dat vond ze verschrikkelijk.”

Wat er verder precies met De Wilgenhorst gebeurd is en wie er gewoond hebben nadat Bastien het verliet is Vincent niet helemaal bekend. Hij kent wel de verhalen over het verzet en de crossers uit de Tweede Wereldoorlog. De crossline was een route waarlangs mensen, medicijnen en informatie werd gesmokkeld over de rivier. ,,De kano’s van de Crossers lagen in de hoepelschuren verborgen. En in de kruipruimte onder De Wilgenhorst lagen wapens. Er hebben hier zelfs door de ondergrondse geliquideerde Duitse officieren onder de vloer verstopt gelegen.”

Het was de bedoeling dat De Wilgenhorst nooit uit de familie zou gaan, maar de halfbroer van Vincent (uit een eerder huwelijk van zijn vader) verkocht het begin jaren 70 aan de Stichting Baggermuseum. Deze De Jong nam eerder al de naam Van Naeltwijck aan en heeft zelf ook in De Wilgenhorst gewoond. Zijn zoons Jan en Pieter werden er geboren. Op één van de foto’s is Vincent de Jong te zien samen met neef Jan van Naeltwijck, een kunstenaar die in Frankrijk woont en werkt.

,,Toen mijn vader gestorven was heb ik hier een jachthaven gemaakt. Na stapels vergunningen doorgeworsteld te hebben, had Jachtbedrijf de Jong met Pasen 1974 zijn eerste klant. Na het overlijden van weduwe Toos Volker in 1976 kreeg de Stichting Baggermuseum de beschikking over haar woonhuis waar sindsdien het museum in gevestigd is. Ik kon De Wilgenhorst met behulp van mijn moeder terug kopen. Het Baggermuseum had het redelijk opgeknapt en ik ben er al snel in gaan wonen.”

Het riante woonhuis herbergt ook nu vele museale stukken uit de families van de ouders van Vincent, maar zonder dat het lijkt op een echt museum. Bijna alles is authentiek, zowel de meubels als de vloeren, plafonds, lambriseringen, raamstijlen etcetera. Het is een weliswaar grote, maar toch gewone, gezellige, volle en rommelige woning van een man alleen. Een aantal dagen per week woont er wegens zijn spierziekte een particulier verzorgster bij hem in. ,,Ze weten niet precies wat het is, geen MS maar wel een vorm van sclerose, waardoor mijn spierfuncties uitvallen. In 2001 ben ik door het gehannes met mijn lichaam gestopt met het jachtbedrijf.”

Dat viel ongeveer samen met de onteigening van zijn grond in verband met de dijkverzwaring. In diezelfde tijd heeft hij het huis grondig laten opknappen en laten voorzien van allerlei noodzakelijke aanpassingen in verband met zijn handicap. Dit levert een bijzonder samenspel op tussen monumentale deuren en de moderne techniek die het mogelijk maakt dat ze met een afstandsbediening geopend kunnen worden. Een authentieke trap, maar dan met een stoellift. Zowel beneden als op de eerste etage rijdt een elektrisch ‘karretje’ waarmee Vincent tussen het antiek meubilair door manoeuvreert. Het tuinhuis heeft een massagesalon, jakuzi, douche en til-lift waarbij alles ook weer met diezelfde afstandsbediening in werking te stellen is. Maar eigenlijk vallen die aanpassingen helemaal niet op. Wat wel in het oog springt is dat alles in en om huis een authentieke en zeer persoonlijke sfeer uitstraalt. Vincent: ,,Ja, dat is precies mijn levenssfeer en daar wil ik nog zo lang mogelijk van genieten. Ik kan niet eens verhuizen, want in een appartement kan ik mijn vitrinekast niet kwijt.”

Bewoner Vincent wilde niet op de foto. De foto waarop hij met zijn neef Jan voor De Wilgenhorst is te zien, wil hij graag als 'hoofdfoto'. Heeft hij zelf aangeleverd,is gemaaktmet een mobieltje, dus ik weet niet of het geschikt is. De andere foto's heb ik gemaakt van oude foto's en papieren in zijn huis, dat mocht wel.

Te zien zijn: ingekleurde foto uit ongeveer 1915; Briefhoofd Jan de JongBzn uit 1921; Jachthaven met daarnaast nog de oude hoepelschuren en bandwerkplaatsen; Drie generaties:de vader van Vincent IJsbrand, de halfbroer van Vincent Jan met zijn echtgenote en zoons Pieter en Jan. Ik hoop dat jullie er iets mee kunnen.

advertentie
advertentie