Teus van der Aa ‘viel op kapotte tegels’

7 mei 2009 om 00:00 Nieuws
SLIEDRECHT – ,,Je hebt het gevoel dat je iets gered hebt. Dat er cultuur bewaard blijft.” Aan het woord is Teus van der Aa, die uitlegt waarom het restaureren van tegels hem voldoening geeft. Hij kreeg de interesse in antiek van huis uit mee. ,,Mijn opa haalde al oude spullen op bij Bram Klop op Baanhoek om op te knappen en door te verkopen aan verzamelaars. En mijn vader was timmerman en restaureerde soms wel eens een kastje.” Teus die oorspronkelijk werkzaam was als landmeter, werd rond zijn vijftigste afgekeurd wegens rugklachten. Daarna maakte hij van het restaureren van aardewerk tegels zijn beroep. ,,Dat was toen namelijk al zo’n kleine twintig jaar mijn hobby. Door mijn werk ging ik het hele land door en kwam nogal eens bij handelaars, sjacheraars of op bouwplaatsen. Ik viel op tegels, en dan vooral op de kapotte exemplaren. Ook kwam ik zo een keer bij een restaurateur terecht. Dat was de aanzet om me daar zelf ook serieus mee bezig te gaan houden.” Eind jaren 80 begon hij als zelfstandig restaurateur. Hij werkte voor musea, antiquairs, particulieren en had altijd werk genoeg. Op 65-jarige leeftijd stopte Teus met het eenmansbedrijf. ,,Want ik wilde ook wel weer eens wat rommelen voor mezelf.” Elke morgen is hij een aantal uren te vinden in zijn zolderatelier. Het zijraam op het noorden laat precies het juiste diffuse licht op het werkblad vallen, dat nodig is voor dit precisiewerk. Hoewel hij eigenlijk vooral tegels restaureert ligt er ten tijde van het interview een grote ovalen Delfts Blauwe plak op de werktafel. ,,Ja, die was in tweeën gebroken. En kijk eens naar dit varkentje. Het was zijn kont kwijt, dus met behulp van afbeeldingen uit dit boek heb ik het juiste kontje gereconstrueerd inclusief krulstaartje. Al die Delfts Blauwe spaarvarkentjes zijn namelijk weer net even verschillend.” Teus heeft een verzameling opgebouwd van ruim 50 boeken over de geschiedenis en restauratie van aardewerk. Door zelfstudie is hij een professional geworden die boeiend kan vertellen. ,,Het begint rond 1550. Eerst in Brussel, dan Antwerpen en Middelburg. Arbeiders en vluchtelingen uit Italië brachten de tegels naar hier en vooral in waterrijke streken sloeg het aan. Tegelwanden in kelders en keukens hielden het vocht buiten en er kon aan gepoetst en geboend worden zoveel men wilde. Tot 1650 waren het veelkeurige tegels. De VOC bracht hartstikke duur blauwwit porselein mee. Het Delfts Blauwe aardewerk was de meer betaalbare variant. Dus toen kwam blauw en weer later mangaan (paars-achtig) in de mode.” De afbeeldingen op de tegels kwamen voort uit de pure volkskunst. Van zeetaferelen en engeltjes tot ‘kakkertjes en pissertjes’. Men schilderde erg realistisch in die tijd. Ook het analfabetisme speelde een rol. Vissen en draken uit de zeemansverhalen werden uitgebeeld op tegels. In de 18e eeuw kwamen ook de Bijbelse historiën op de wand terecht. ,,Het had zeg maar didactische waarde, mama vertelde aan de hand van de tegeltjes op de muur verhalen of leerde de kinderen namen van de dieren.” Behalve over de tegels zelf, kan Teus ook over het restauratieproces veel vertellen. Van schoonmaken en ontkalken gaat het naar opvullen met gips of polyester. Daarna wordt eerst de ondergrond geschilderd, daarna het blauw in de decoraties en als laatste de rest van de kleuren. ,,En dan ziet alles er hagelnieuw uit en dat is niet goed natuurlijk. Dus dan komt het patineren. Het patin wordt opgebracht met een kwastje of spons. Na een dag drogen is het glazuur aan de beurt: mat, dof of hoogglanzend. Ik heb door de jaren heen geleerd dat het niet geeft hoe je het doet, maar dat alleen het resultaat telt. Je kunt er nog zoveel boeken over lezen, maar je moet het in de vingers krijgen. Al doende leer je het meeste.” Op diverse plekken in de woning van Teus en zijn echtgenote Carla is gerestaureerd aardewerk te vinden. Van een zeldzaam tegeltje met de afbeelding van David en Goliath tot twee vierpasjes met oranje appeltjes. ,,Die heb ik ooit bij een sjacheraar op de kop getikt voor een tientje. Maar het leukste hiervan is, dat we tijdens een vakantie in Tunesië precies dezelfde tegels in een moskee aantroffen. Ik heb het met aandacht staan bekijken. Het waren echt de originele tegels van rond 1620. Er was in Holland in die tijd soms een overproductie. Die tegels gingen mee als ballast op de schepen. Misschien zijn ze op deze manier in Afrika terecht gekomen.” Een ander leuk verhaal is het mini kaststelletje dat ooit voor 90 gulden op een rommelmarkt gekocht werd. Na restauratie leverde het 600 gulden op. ,,Zo’n buitenkansje krijg je maar één keer.” Hij voegt er echter relativerend aan toe dat de winst betrekkelijk was, omdat het aantal werkuren dat in die minikannen en -vaasjes gestoken is, niet echt opweegt tegen de opbrengst. ,,En daarom is het juist zo leuk om het puur als hobby te kunnen doen. Ik doe het nu weer echt voor mijn plezier en dat moet vooral ook zo blijven.” Teus van der Aa in zijn zolderatelier. Het zijraam op het noorden laat het juiste diffuse licht op het werkblad vallen, dat nodig is voor dit precisiewerk.
advertentie
advertentie