Tandarts Zwijnenburg hangt boor aan wilgen

17 juni 2009 om 00:00 Nieuws

‘Nu ligt meer de

focus op zorg

voor het gebit’

SLIEDRECHT – Zelf mist hij alleen een verstandskies en heeft hij een aantal vullingen. Bijzondere dingen heeft hij zélf nog nooit aan zijn gebit gehad. Tandarts Marius Zwijnenburg (63) zorgde altijd goed voor zijn eigen gebit, maar ook voor dat van zijn patiënten. Na veertig jaar praktijk in Sliedrecht heeft de tandarts donderdag zijn laatste werkdag. De dinsdag daarop (23 juni) neemt hij van 16.00 tot 19.00 uur afscheid in Bellevue.

Door Marjanne Dijkstra

Zwijnenburg begon als jonge man van 23 in militaire dienst als tandarts. ,,Ik had net mijn bul gekregen en startte in Bergen op Zoom als tandarts in dienst. Het voordeel was dat ze daar altijd een tandarts hadden, het nadeel was dat in dienst altijd lui werkten die net van school kwamen. Veertien maanden werkte ik daar. Dat was best leuk, want er werkte ook een meer ervaren tandarts en zo werd je niet meteen in het diepe gegooid. In die tijd was het gebruikelijk dat je een solopraktijk begon en zo kon ik toch even met een collega samenwerken.”

Via de oude tandarts Kievit kwam Zwijnenburg in Sliedrecht terecht. ,,Toen werkten drie tandartsen in Sliedrecht en ze konden er nog wel een bij gebruiken. Via de gemeente huurde ik in de Merelstraat een ruimte. Die was niet heel groot, maar prima om te beginnen. Ik begon mijn eigen praktijk naast mijn diensttijd en werkte vooral in de avonduren. Het liep meteen goed. Toen ik uit dienst kwam, had ik meteen een volle dagtaak en dat veranderde nooit meer. In die beginjaren hadden we per tandarts wel zo’n vijfduizend patiënten.”

De aard van Zwijnenburgs werk is veranderd, vindt de scheidend tandarts. ,,In het begin kwamen veel mensen voor volledige kunstgebitten. Nu komt er af en toe iemand voor een nieuw gebit. Je ziet een verschuiving in aandacht voor het gebit, er ligt nu meer de focus op. Daarbij laten mensen niet meer zo snel hun hele gebit er uit halen voor een kunstgebit. Ook op het gebied van praktijkinrichting, zoals digitale röntgenapparatuur, is veel veranderd. En de apparatuur is verbeterd; het is handiger, sneller en lichter geworden.”

In zekere zin is zijn vak leuker geworden meent Zwijnenburg. ,,Je hebt zoveel nieuwe mogelijkheden met bijvoorbeeld implantaten. Mensen die vroeger met een rammelend kunstgebit liepen, kan ik nu goed helpen. Dat stukje techniek, gekoppeld aan het werken met mensen, maken het werk als tandarts leuk. Als tandarts ben je in een heel emotioneel deel van iemands lichaam bezig. Ik vond het altijd fijn om mensen op hun gemak te stellen als ze bang waren. Ook kinderen behandelen vond ik een uitdaging. Ik adviseer ouders altijd hun kinderen zo jong mogelijk mee te nemen. Al kijken ze de eerste keren alleen maar, het scheelt een hoop angst later.”

De praktijk van Zwijnenburg wordt voorgezet in Carabelli aan de Thorbeckelaan. Zijn zo’n 1800 patiënten gaan daar naar een jonge tandarts die daar vorig jaar is begonnen. Of hij zijn werk echt gaat missen weet Zwijnenburg nog niet. ,,De meeste mensen zie ik nog in het dorp en van de zomer ga ik waarnemen voor een collega. We hebben twee boten, ik speel in een orkest en met mijn vrouw toer ik graag rond in de caravan. Weet je, het is geleidelijk gegaan en ik heb er best zin in.”

advertentie
advertentie