Sliedrechts dichter Rosen spreekt

22 juli 2009 om 00:00 Nieuws

‘Een dichter maakt met woorden beelden’

SLIEDRECHT – Hij noemt zijn werk ‘fatalistisch’, beïnvloed door menselijke lotgevallen; alles wat mensen overkomt en kan overkomen. Geen vrolijke poëzie, maar toch met een beetje luchtigheid. De Sliedrechtse dichter L.F. Rosen, een pseudoniem voor Leo van der Waal, timmert goed aan de weg, Onlangs las hij voor uit zijn laatst verschenen werk ‘Droomvlees’ op het jaarlijkse grootste dichtersfestival ter wereld, Poetry International in Rotterdam. Een gesprek met de dichter uit het baggerdorp.

Door Marjanne Dijkstra

Van der Waal begon als publicerend dichter in het tijdschrift ‘De Tweede Ronde’. Jaren later kwam zijn eerste dichtbundel ‘Adel’ (1994) uit. Daarvoor werd hij genomineerd voor de ‘Cees Buddingh’-prijs, een prijs voor het beste poëziedebuut. Maar al jaren voor zijn allereerste publicatie was Van der Waal al bezig met taal: ,,Ik heb Engels gestudeerd en heb jaren voor de klas gestaan. Taal is iets waar ik altijd al mee bezig was. Daarbij kom uit een orthodox christelijk gezin, waarbinnen het Woord heel belangrijk was. Ik ben dus opgevoed in gedragen taal en je leert taal op een andere manier waarderen.”

Zijn jeugd is wel iets wat Van der Waal als dichter heeft beïnvloed. ,,Vooral in de eerste bundels komt mijn gereformeerde jeugd wel terug. Niet alleen in het thema en onderwerp, maar wellicht ook in het taalgebruik. Ik gebruik geen straattaal. Die opvoeding is iets wat je nooit kwijt raakt. De onderwerpen veranderen wel enigszins, maar het gedachtegoed en de vorm, die verlies je nooit. Van het omgaan met de bijbel krijg je iets mee. Maar in mijn persoonlijke leven speelt het nu geen grote rol meer.”

Ook zijn bundel ‘Al het aardsch geluk’ werd genomineerd voor een prijs, de VSB-prijs. Zijn werk van toen verschilt wel met zijn huidige werk, meent Van der Waal: ,,Toen werkte ik meer met rijm en hield ik me aan een strenger metrum. Nu ben ik vrijer, losser, speelser en associatiever. In onderwerp ben ik van meer oudtestamentische onderwerpen naar het dagelijkse leven gegaan. Nu is het parlando-achtiger, alledaagser. Oude onderwerpen komen wel steeds terug. Ik schrijf de laatste tijd steeds meer in cycli, in gedichtenseries over een bepaald onderwerp. Mijn nieuwe album, wat als werktitel ‘Het Spiegelalbum’ heeft, bevat bijvoorbeeld een heel aantal gedichten over de confrontatie met het eigen spiegelbeeld. In mijn laatst verschenen album ‘Droomvlees, gaat veel werk over het lichaam en alles wat daarmee te maken heeft.”

Van der Waal is niet de enige in Nederland die gedichten schrijft. ,,Zo’n vijfhonderdduizend mensen schrijven gedichten. Dat zijn dan gelegenheidsdichters of tienermeisjes die gedichten schrijven. Maar zo’n twintig- tot dertigduizend mensen zijn serieus met dichten bezig. Slechts zo’n vier- tot vijfhonderd daarvan zien hun gedichten uitgegeven worden in boekvorm. Je moet dus dankbaar zijn als je uitgegeven wordt. Alleen al het feit dat je iets maakt wat andere mensen kunnen waarderen is mooi.”

Toen Van der Waal ooit begon met het publiceren van gedichten, deed hij dat onder een pseudoniem. Een bewuste keuze. ,,Er was al een dichter die Henk van der Waal heet. L.F. Rosen is een joodse naam. Het is een mooie naam die je steeds minder tegenkomt. Die joodse achtergrond komt weer vanuit mijn opvoeding. De ‘Tale Kanaäns’ is toch het eerste dichtwerk wat tot me kwam met Prediker, Job en Psalmen. Het is pure poëzie. De afkortingen L.F. staan niet in het bijzonder voor iets. Je zou het kunnen lezen als het getal ‘elf’; het dwaze getal. De roos staat symbool voor de liefde; dus dwaze liefde, ‘amour fou’. Het is meer een woordgrapje dan iets serieus. En het is wel fijn om mijn privéwereld en de wereld als schrijver gescheiden te houden, ook in naam.”

De Sliedrechtse dichter kan niet leven van zijn werk. Zijn baan als leraar Engels heeft hij allang niet meer en momenteel werkt hij bij DHL als vorkheftruckchauffeur. ,,Op zich wel fijn want ’s morgens ben ik altijd vrij om te schrijven en ’s avonds werk ik bij DHL. Daarnaast heb ik een werkbeurs van het Fonds voor de Letteren. Ik zit met mijn schrijfwerk in een redelijke routine dat ik om de drie jaar een bundel kan maken. Schrijven van gedichten is heel intensief. Je mag blij zijn als je per jaar een stuk of vijftien tot twintig geslaagde gedichten schrijft. Van sommige gedichten schrijf ik wel veertig versies. Soms ben ik ‘lucky’; dan schrijf ik een gedicht in een of twee dagen. Ik begin ook altijd nog op papier, ik krijg zinnen niet vanuit m’n hoofd op het scherm.?

Voor de Sliedrechtse dichter is het bereiken van mensen heel belangrijk. ,,Ik wil mensen een andere wereld intrekken. Ook wil ik met schrijven een soort van noodlot afdwingen. Of het echt een therapeutisch effect heeft weet ik niet, dat is niet per se wat ik zoek, dat moet voor de lezer onverdraaglijk zijn. Gedichten moeten bij mensen een gevoel oproepen. Als dichter moet je je werk ook een tijdje wegleggen en dan weer lezen. Wat roept het dan bij je op?? Het is meteen ook een van de tips die hij andere dichters mee wil geven: ,,Blijf kritisch tot op het maniakale af. Laat je werk door anderen lezen, mensen die er verstand van hebben bijvoorbeeld een redacteur van een literair tijdschrift. En vooral ook; koop dichtbundels en lees gedichten van anderen. Zo leer je fouten in je eigen gedichten herkennen. Probeer clichés te vermijden en gebruik je eigen beelden. Want dat is wat een dichter doet; het maken van beelden?"

advertentie
advertentie