Wat mij boeit … lange afstanden fietsen

30 september 2009 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - Het echte lange afstanden fietsen van Kees de Groot (73) begon in 1964. ,,Ik was voor mijn studie een half jaar in Noord-Italië en kocht daar binnen twee weken een fiets. Na afloop van de stage ben ik in één week tijd, met onderbrekingen voor treinritten door de Simplon en de Jura terug gefietst naar Nederland.” Maar er is een schriftje uit 1949 bewaard gebleven, waarin de toen tienjarige al minutieus bijhield in welke plaatsen hij kwam en hoeveel kilometers hij reed. Kees is geen onbekende in Sliedrecht: vanaf 1974 tot aan zijn pensionering in 2001 was hij hier apotheker. Wie zal hem nooit door ons dorp hebben zien fietsen?

Door Margreet Strijker

Fietsen is onlosmakelijk verbonden met het dagelijks leven van De Groot. ,,Momenteel ben ik ongeveer drie dagen per week in Amersfoort in de apotheek van één van onze drie zoons voor allerlei hand en spandiensten. Hiervoor fiets ik zo’n 70 kilometer van Sliedrecht naar Amersfoort en terug.” Overigens moet gezegd worden dat ook de motor wel eens gepakt wordt en als het slecht weer is in uitzonderingsgevallen de auto.

In eerdergenoemd schriftje is te lezen dat hij als dertienjarige in 1951 een tochtje maakte met zijn zes jaar jongere broer voor zich op de stang. ,,We reden meermaals dezelfde tandem voorbij en we hebben Pepsi gekocht bij de groenteman.” Met zijn zus kwam hij een keer in Tholen terecht. Ze hadden die dag 169 kilometer gereden. ,,Onderweg veel regen gehad en geschuild onder een boom, drop gekocht en dus vreselijk dorstig thuis gekomen.” Later gebruikte hij voor het vastleggen van zijn wedervaardigheden oude boodschappenboekjes van zijn vaders zaak: ‘Boter, Kaas en Eieren van Fa. N.J. de Groot in Leidschendam.’ En nog steeds houdt hij alles bij in zakagenda’s die fungeren als dagboek. Er zijn mappen vol met foto’s van voornamelijk plaatsnaambordjes. Bij elke foto is op zijn minst de datum genoteerd. ,,Als ik dat niet zou doen, vind ik het veel te vrijblijvend. Dat is niks voor mij. Ik plan van tevoren wanneer ik ga en welke route ik neem. Ik ga altijd alleen, want dat is voor mij ideaal. Ik bespreek nooit hotels, maar ga altijd op de bonnefooi. ‘Petit Bonheur!’ is dat voor mij."

Vanaf 1998 fietste hij zeven keer van Nederland naar Zuid-Frankrijk of andersom. En dan met de fietsbus heen of terug. In 2002 verliep de reis anders dan voorgesteld. Het was in juni tijdens de WK voetbal. ,,Behalve van fietsen hou ik ook nogal van voetbal. En ik wilde af en toe een wedstrijd zien. Daardoor miste ik de pendelbus in waarmee ik terug naar Nederland zou gaan. Daar sta je dan. Hoe kom je met fiets en al Frankrijk door, want lang niet in elke Franse trein mag en kun je een vélo meenemen.” De familie De Groot heeft een vakantieappartement in Saint-Cyprien op redelijke fietsafstand van de halte van de fietsbus. Dus bedacht hij daar zijn fiets te stallen en zelf per trein terug te gaan. ,,Waar ik even niet bij stil gestaan had, was dat ik de sleutel van het appartement niet bij me had. Dus de fiets maar tegen de deur gezet. Omkleden of mezelf even wassen kon dus ook niet. Met een nachttrein kwam ik uiteindelijk in Luxemburg terecht.” Daar vandaan wilde hij rechtstreeks naar Dordrecht, maar belandde per ongeluk eerst nog in de sneltrein naar Milaan. De fiets werd een paar maanden later alsnog op een pendelbus naar Nederland gezet door de zoon die vakantie vierde in het familieappartement.

Mei dit jaar fietste hij van Stralund in het noordoosten van Duitsland naar Nieuweschans in Groningen: 500 kilometer in vijf dagen met drie veerponten over Elbe, Weser en Ems. En zijn laatste (lange) fietstocht maakte hij eind augustus. Per fietsbus naar Baskenland: twaalf fietsdagen, zeven treinkaartjes en elf overnachtingen waarvan één in de bus later was hij weer in Nederland terug. Overigens viel de route hem deze keer wat tegen. Vooral rond steden als Bordeaux en Nantes is het lastig fietsen. ,,Er is nauwelijks de stad in en uit te komen per fiets. Alleen maar grote wegen en ik had geen zin in al dat gezoef van die auto’s langs me heen. Dus heb ik vaker dan tevoren ingeschat een stuk per trein gedaan. Maar ook het doorgronden van het Franse treinverkeer en het zoeken op de stations vind ik een sport op zich.”

Op een landkaart is met stickers aangegeven waar hij gefietst en waar getreind heeft. In het boekje met de reisbeschrijving zitten de Franse Billets de Train, maar ook het vrij reizen kaartje van de NS vanaf Vlissingen naar huis. ,,Ja, ook dat hoort bij het regelen van zo’n reis. Zonde om niet te gebruiken. Ik denk wel dat dit misschien de laatste keer is dat ik zo’n grote reis vanuit Frankrijk maak, al gelooft mijn vrouw daar niet erg in…”

Het is voor De Groot moeilijk te omschrijven waarom hij zo graag, zo vaak en zo veel fietst. ,,Ik heb een hekel aan wandelen. Hardlopen is nog veel erger en in de auto heb ik soms de neiging om in slaap te vallen. Bij fietsen blijf je fit. Het is een zalige beweging. En ondertussen lekker links en rechts kijken.”

advertentie
advertentie