Been: ‘Hard en soms ook buigzaam’
19 november 2009 om 00:00 NieuwsVoordat hij in 2003 voet aan wal zette in het baggerdorp was Been bijna dertig jaar werkzaam in Nieuw-Lekkerland. Hij wilde in de laatste jaren voor zijn prepensioen nog ergens anders aan het werk en vond in Sliedrecht een gemeente die in veel opzichten gelijkenis vertoont met zijn oude werkplek. ,,Qua bevolkingsstructuur ontlopen beide dorpen elkaar niet veel. Als je bijvoorbeeld naar de samenstelling van de gemeenteraad kijkt is het aardig synchroon. Sliedrecht is alleen een stukje groter.”
Door Erik de Bruin
Been werd gestationeerd in Sliedrecht-West. ,,In vergelijking met Centrum en Oost een rustige wijk”, zegt hij zelf. Wat hem en de wijkbewoners de meeste kopzorgen bezorgt zijn de hangjongeren die zich ophouden in het Willem Dreespark. Hoewel het park opnieuw is ingedeeld is hij niet tevreden over de huidige situatie: ,,De JOP (jongerenontmoetingsplek ofwel de plek waar jongeren kunnen hangen, red.) is te sober ingericht. Doordat het maar twee bankjes zijn zonder leuning gaan ze toch naar de volière aan de Maaslaan. Met als gevolg dat nog steeds sprake is van overlast.” Been kan streng zijn als het moet. ,,Ik ga niet honderd keer waarschuwen. Als iemand afval op straat gooit of met een bromfiets over het trottoir rijdt krijgt die een prent. In dat opzicht ben ik zo hard als hardhout. Als het gaat om parkeren ben ik buigzamer. In de Weerenwijk bijvoorbeeld is het in al die woonerven erg smal. Zo krap zelfs dat de brandweerauto er niet doorheen kon. Toen we dat constateerden hebben we een tekening gemaakt en die bij alle bewoners van de Dorlandsweer, de Smalweer en de Molshoefweer in de brievenbus gedaan. We hebben een tussenfase gecreëerd door daarna op elke auto die verkeerd stond geparkeerd een gele waarschuwingssticker te plakken. Bewoners hebben positief gereageerd en zagen in dat het ons allemaal aangaat. Als je het op deze manier doet spreekt dat mensen aan. Het is helemaal niet leuk een bekeuring te geven. Al denken veel mensen dat soms wel. Mijn zoons hoor ik ook wel eens klagen over een verkeersboete. Ik houd ze dan voor dat er controle en toezicht moet zijn. Hoewel ik heb moeten wennen aan de nieuwe manier van werken in het politiebedrijf - het werk wordt steeds meer in vakjes verdeeld - kijk ik terug op een mooie tijd. Of ik ga het missen? Zeker. Maar ik ben niet bang voor een zwart gat. Ik heb de afgelopen twee jaar al minder gewerkt. Daardoor groei je er gemakkelijker naartoe.” Via zijn dochter, die wijkagent is in Dordrecht, zal hij in elk geval op de hoogte blijven.