Kerst in de kroeg met sinaasappels, boekjes en ballen gehakt

De man: ,,Dit was net als vroeger.” De vrouw reageerde zeer verbaasd: ,,Je bent gek! Dit was heel anders.” De man ging recht op zijn barkruk zitten om te laten zien dat hij specialist was op het gebied van Kerstfeestvieringen: ,,Als kind kwam ik vroeger in de kerk. Het verhaal is precies hetzelfde. Alleen hij brengt het heel anders. Vroeger kreeg ik ook met Kerst sinaasappels en boekjes…”. De vrouw lachte: ,,Maar die ballen gehakt waren er toen niet!” De man keek mij hopeloos aan: ,,Ik was het helemaal met je eens: die meiden deugen niet!”

Die laatste woorden waren een zinspeling op het thema van de Kerstdienst in Korevaar. Het ging in die dienst onder andere over de roddel ten aanzien van Maria. Zij woonde nog niet bij Jozef en werd toch zwanger, dus: die meid deugt niet!

Het is waar, na deze dienst werd er veel uitgedeeld. Jeanet had gezorgd dat er boekjes waren. Heico had sinaasappels meegebracht om uit te delen. Cor en Hannie hadden gehaktballen meegenomen. Marloes had met Arie gezorgd voor een stapel kerstkaarten met goede wensen voor de feestdagen. Tijdens de dienst zelf werden woorden gedeeld die bedoeld waren voor het hart van de aanwezigen. Spontaan kon een ouder paar dat zich verloofd had in de dienst een zegenbede ontvangen. Dat alles in een kroeg vol kerstversiering. Iemand vond het “weer een prachtige mis”. Een ander die er voor het eerst was vond het allemaal fenomenaal. Hij wilde weten wanneer de volgende Korevaardienst was. Het antwoord werd toegeroepen: ,,Elke eerste zondag van de maand, dus nu weer op 3 januari. Daarna hebben we met elkaar een Nieuwjaarsborrel.” Want na elke dienst wordt er nog even gezellig doorgepraat bij een drankje. Die mengeling van gezelligheid en eerbied is kenmerkend voor de 'Kerk in Kroeg'. Deze diensten zijn ontstaan uit de beweging die 'Kerk op Straat' heet. Daarin gaan we ervan uit dat er mensen zijn die wel bij Jezus willen horen maar zich niet in een kerk thuis voelen. Soms hebben deze mensen een duidelijk geloof en soms zijn het aartstwijfelaars. Ze willen graag wat voor anderen doen, maar kunnen dat ook zonder de kerk. Zelfs als mensen niet veel met het geloof kunnen, werken ze in 'Kerk op Straat' gewoon mee. Helemaal in de stijl van Jezus. Hij zou zeggen dat we de zegen van zijn Koninkrijk moeten uitdelen. Die woorden zullen twijfelaars niet gebruiken, maar zoiets spreekt hen wel aan. Vanuit 'Kerk op Straat' willen we wegen zoeken om voor allerlei mensen wat te doen. Het maakt niet uit of ze gelovig zijn of niet. Jezus deelde ook aan iedereen uit. Het is een praktisch volgen van Jezus ook als we de theorie nog niet helemaal begrijpen. We willen groepen vormen om met elkaar door te praten over het geloof en alles wat daarmee samenhangt. We bouwen aan een netwerk van groepen die elkaar weten te vinden als ze elkaar nodig hebben. Bij Kerk op Straat hoort ook de discipelschool die in Pand 33 wordt gegeven. Creativiteit zonder vaste structuren staat centraal, zoals dat past bij de postmoderne mens.

Gerard Vrooland