'Fantasie had je nodig in de oorlog'

9 maart 2010 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT/H'VELD-G'DAM - In het kader van de aanstaande Boekenweek ging boekhandel 'de Wingerd’ op zoek naar echte titanen. Ze vonden er één in de persoon van An Klop. An Klop runde dertig jaar lang zelfstandig de naaiwinkel Textilia in Sliedrecht. Het was haar trots, want van bijna niets wist Klop nog iets te maken. ,,Er was geen klosje garen te krijgen. Ik had geleerd om te naaien. Dat leerde je toen, als je twaalf jaar was. Maar ik heb altijd gezegd: ik leer het voor mezelf, ik doe het niet voor een ander."

In de oorlog werd aan Klop steeds vaker gevraagd of zij niet een jasje, een jurkje of een rokje kon maken voor iemand. Klop, toentertijd in haar twintiger jaren, kon niet weigeren. ,,Ik vond het sneu om nee te zeggen. Er was nog geen klosje garen te koop. Er was niets. De winkels waren leeg. En de mensen wisten dat ik kon naaien, dus kwamen ze vragen of ik geen kledingstuk kon maken. Zeg dan maar eens nee. Op het laatst zat ik er tot over m’n oren in."

Klop wordt de steun en toeverlaat van menigeen, die weinig te besteden heeft. Een hoop mensen hebben kleine lappen stof, maar krijgen bij andere naaisters te horen dat daar geen hele jurk uit kan. ,,Ik weet niet of ze het dan echt niet konden of dat ze er geen zin in hadden. Want het is een rotwerk hoor. Maar ik probeerde het dan toch. Elke keer weer.’’ Klop herinnert zich een oudere vrouw, die haar om hulp kwam vragen. ,,Ze was al bij drie of vier anderen langs geweest, die zeiden dat er geen jurk uit kon.’’ Maar Klop pakt het karwei aan. ,,De mouw bestond uit wel zeven stukjes. Steeds een reepje tot aan het boordje toe. Maar je krijgt dan wel allemaal naden. Toen heb ik zilveren, grijze en lila oplegbandjes gekocht en die erop gezet.’’ De vrouw is verrast. ,,Ze zei: ik heb nog nooit zo’n mooie jurk gezien.’’ Klop haalt haar schouders op. ,,Het was wel een groot werk, maar ach, vooruit. Je moest wel fantasie hebben, dat had je nodig in de oorlog.’’

Een winkel is altijd haar doel geweest, vertelt Klop. Indertijd leerde ze voor de middenstand en haar textielbrevet. ,,Dat brevet bestaat uit zoveel facetten. Het is heel uitgebreid. Zelfs verkopers van sokken en kousen moesten het halen. Maar dat artikel kan de grootste lummel toch verkopen?’’ grapt Klop. ,,Moet ik dat nou hebben om achter de toonbank te staan, vroeg je je wel eens af.’’ Vijf jaar later, nadat Klop haar brevet haalt, wordt het opgeheven. ,,Maar ik heb er nooit spijt van gehad. Van heel veel dingen dacht ik nog: goed dat ik het geleerd heb. Kunde is nooit verloren.’’

Op dertigjarige leeftijd opent Klop Textilia in de Oranjestraat in Sliedrecht. Ze vindt het spijtig dat haar vader er niet bij kan zijn, om te zien dat ze haar droom waarmaakt. De eerste vier weken blijft het helaas stil in de winkel. Klop verklaart: ,,Voorheen zat er een vrouw, die de mensen niet mochten. Die winkel liep niet. Dus ik moest de zaken op gang brengen.’’ Langzaamaan gaat het beter. ,,Ik zei ook als er iets niet was, dat ik het wel voor mevrouw zou bestellen. Ik zorgde altijd dat de klant goed bediend werd. En dat zeiden ze tegen elkaar. Dat is het mooie ervan: je bouwt iets op.’’

Wanneer Klop zestig jaar is, verkoopt ze haar winkel. Ze kijkt met plezier terug op dertig jaar Textilia. ,,Je kunt het niet opnoemen of ik heb het gemaakt’’, vertelt ze. De armoede deed een groot beroep op haar creativiteit. ,,Vaak kwamen er mensen met een klein stuk stof vragen of ik er niet nog een blouse of een rok uit kon maken. Dat kan je je nu niet voorstellen, wat wij toen hebben meegemaakt.’’ Klop heeft voor zichzelf nog een jurk gemaakt, uit de wijde pijpen van een herenpantalon. ,,Ja, je wordt vindingrijk hoor. Anders red je het niet.’’ Klop vond het leuk om de mensen te helpen. ,,Je kan dikwijls een hoop betekenen voor een ander. Maar je moet het willen en er veel voor over hebben.’’

advertentie
advertentie