‘Vijf jaar lang in een bouwput’
18 maart 2010 om 00:00 NieuwsVolgens Peter Hoeks van Tablis Wonen worden de huizen in het eerste deelgebied van de verouderde wijk zo snel mogelijk gesloopt als de gemeenteraad begin juni het nieuwe bestemmingsplan aanneemt. Wanneer de nieuwe huizen in dit gebied zijn opgeleverd gaat de tweede fase van start. Omdat veel bewoners in het tweede en derde deelgebied naar het eerst opgeleverde deel van de wijk verhuizen worden fase II en III in elkaar geschoven. Tot zover het nieuws dat met name de huurders aangaat. Alhoewel het voor de eigenaren van de ongeveer 120 koopwoningen uiteraard ook relevant is te weten hoe lang het bouwproces duurt. Waar tachtig procent van de wijk plat gaat en wordt heropgebouwd blijven zij immers al die tijd zitten. ,,We zijn verontrust. Ik denk dat je zo onze gemoedstoestand het best kan omschrijven”, aldus VvE-voorzitter Aart van der Lugt. ,,In het begin hebben we netjes op onze beurt gewacht en is met de huurders alles mooi afgestemd. Nu moeten ze rekening houden met ons. De gemeente biedt een luisterend oor. Toch hebben we het gevoel dat we tussen de wal en het schip vallen. Zaken móeten gewoon worden geregeld. Hoe zit het bijvoorbeeld met woningschade? We krijgen te maken met verschillende aannemers en zijn bang dat we zelf voor de kosten moeten opdraaien.” Volgens wethouder Johan Lavooi is die angst ongegrond: ,,Juridisch wordt het tegenwoordig goed afgedekt. Hoe we de verschillende bouwstromen in goede banen leiden hebben we onze gedachten over. Die worden vrijdag besproken”, doelt hij op het gesprek dat staat gepland tussen de Vereniging van Eigenaren en Tablis Wonen. ,,Naar mijn mening besteedt Tablis hier voldoende aandacht aan. Men zit niet stil. Kijk naar De Klopstraat waar wordt gekeken hoe de koopwoningen collectief kunnen worden opgeknapt zodat ze over vijf jaar niet uit de toon vallen.”
Door Erik de Bruin
Hoeks (Tablis): ,,Dat bewoners bezorgd zijn is begrijpelijk. We gaan er alles aan doen de overlast zoveel mogelijk te beperken. Hoe we dat voor ogen hebben komt in het overleg aan de orde.”