‘Als timmerman verdien je ook goed’

‘De Bouwschakel’ viert 25-jarig jubileum

H’VELD-G’DAM / SLIEDRECHT – Het is 1985: een tijd van recessie en stijgende werkloosheid. Vooral jongeren hebben moeite om een baan te vinden. Bouwend Nederland besluit om een samenwerkingsverband op te richten met een aantal bouwbedrijven: zij leiden de leerlingen op, de bedrijven nemen alleen nog leerlingen van de ‘BouwNedschool’ aan. ‘De Bouwschakel’ in Hardinxveld-Giessendam is één van die scholen. Inmiddels hebben ze zo’n 1200 jongeren opgeleid voor een baan in de bouw en vieren ze hun 25-jarig jubileum. ,,Na een periode van pionieren hebben we nu een goede opleiding staan”, aldus directeur Aart de Jong.

Door Ariënne Megchelsen

Want pionieren was het. ‘De Bouwschakel’ startte 25 jaar geleden in een loods van Johan de Vries. De kleine aannemer begon op verzoek van BouwNed met vijftien leerlingen aan de opleiding. Dat de opleiding een gat in de markt opvulde, werd al snel duidelijk: zeven jaar na de oprichting werd de loods te klein en verhuisde de opleiding naar de huidige locatie aan de Houtschelf. Daar kwam Aart de Jong in 1995 op de directeursstoel terecht. ,,We zijn met vallen en opstaan verder gegroeid. Elk jaar leiden we nu zo’n 130 jongens op tot metselaar of timmerman. We kunnen inmiddels wel zeggen dat we een goede manier van opleiden aanbieden.” Dat is ook te zien aan het slagingspercentage: op de site van ‘De Bouwschakel’ is te lezen dat dit getal op de Hardinxveldse school dertig procent hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. ,,Dat moet ik wel even relativeren, want het landelijk gemiddelde ligt niet zo hoog. Maar het klopt dat wij een hoog slagingspercentage hebben. Elk jaar slaagt negentig procent van de jongens voor de opleiding.”

Wat is het geheim van het succes van ‘De Bouwschakel’? ,,Op ‘De Bouwschakel’ bieden we een werken-leren opleiding aan. Dat wil zeggen dat de jongens vier dagen per week in een bedrijf werken en één dag per week op school zitten. In de bedrijven waar we de jongens plaatsen, worden ze toegewezen aan een leermeester. Die zijn voor ons van cruciaal belang. De begeleiding die een jongen van zijn leermeester krijgt, is erg belangrijk. Ook via de school krijgen de jongens veel begeleiding. De leerlingbegeleider bezoekt de jongens een aantal keer per jaar en gaat dan in gesprek met hen en hun leermeester. Heeft de jongen het naar zijn zin? Is het bedrijf tevreden over de resultaten? De jongens die wij opleiden, groeien zo op in het bedrijfsleven. Dat geeft hen een grote voorsprong op de arbeidsmarkt.”

,,Aan bouwopleidingen worden steeds minder eisen gesteld. Bepaalde vaardigheden, zoals een trap timmeren, hoeven de jongens helemaal niet meer te leren. ‘Dat komen ze in hun beroep toch nooit tegen’, wordt er dan gezegd. Maar wij willen de jongens dat soort vaardigheden juist wel aanleren. Niet omdat het zo belangrijk is dat een jongen weet hoe hij een trap in elkaar moet zetten, maar omdat hij daardoor vaardigheden leert die hij verder in zijn beroep ook kan gebruiken. En het is geweldig om te zien hoe trots een jongen is als hij helemaal zelf een trap in elkaar heeft gezet! Hoewel zaken als trappen maken dus niet meer in het standaard lespakket zitten, zit het bij ons nog steeds in het programma. Ook het klassikaal lesgeven hebben wij sinds vorig jaar weer ingevoerd. Dat is echt een succes. Het is onze doelstelling dat de jongens met voldoende niveau naar buiten gaan, zodat de bedrijven tevreden over hen zijn. Kijk, als een jongen al een ‘acht’ is, dan heeft hij niet zoveel hulp nodig. Maar van een 5,5 een 6,2 maken, dat is de kunst. En daar zijn de docenten, de praktijkinstructeurs en de leerlingbegeleiders elke dag druk mee.”

Wat De Jong nog wel eens irriteert, is het beeld dat de buitenwereld van de bouwsector heeft. ,,Kinderen moeten tegenwoordig minimaal havo doen, omdat VMBO te ‘min’ is. Dan word je ‘maar timmerman’. Maar als timmerman verdien je ook heel goed. En niet iedereen kán havo doen. Het imago van de bouw is bovendien niet zo slecht als veel mensen denken. Dat beeld wordt vooral door de media geschetst. Maar tegenwoordig is er in de bouw bijvoorbeeld veel aandacht voor het zware tillen. Er worden cursussen gegeven om dat te verbeteren. Natuurlijk moet er nog een inhaalslag gemaakt worden, maar ik vind dat mensen ook eens reëel naar de bouw moeten kijken.”

Om VMBO-scholen eens extra in het zonnetje te zetten, heeft ‘De Bouwschakel’ een timmerwedstrijd georganiseerd, waarvan de winnaar op het jubileumfeest op 2 juli bekend wordt gemaakt. ,,In april hebben we de wedstrijd uitgeschreven voor zes VMBO-scholen. In drie dagen hebben teams van die scholen een tuinbank in elkaar gezet. De opdracht was om een instelling te zoeken, zoals een bejaardenhuis of een tehuis voor gehandicapten, waar de jongens de bank aan willen schenken. Op 2 juli wordt de tuinbank aan die instelling overhandigd.” Verder staan er ’s middags drie sprekers op het programma en wordt er ’s avonds een reünie gehouden. ,,We hebben een DJ en een muziekgroep uitgenodigd, en alle leerlingen en oud-leerlingen zijn van harte welkom.”

Meer informatie over de reünie op 25jaar.bouwschakel.nl.