Duizend bommen en granaten

9 maart 2011 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - De liefhebbers van de strips van Kuifje zullen de titel herkennen als de scheldwoorden van kapitein Haddock. Voor de teamleiders Explosievenveiligheid van de politie Zuid-Holland-Zuid hebben deze woorden ook een andere betekenis. In de WO II zijn grote hoeveelheden explosieven boven Nederland uit vliegtuigen gegooid. Nog grotere hoeveelheden zijn de lucht in geschoten. Andere explosieven werden in de vorm van landmijnen bewust weggestopt. Een gedeelte van deze duizenden explosieven is niet ontploft en ligt nu nog verspreid in de bodem. Zo af en toe wordt er zo’n granaat of landmijn door iemand gevonden. Sliedrechter Jan Stuij vond twee weken geleden nog een oude mortiergranaat uit de oorlog in zijn schuur.

André Tolenaars, coördinator explosievenveiligheid van de politie Zuid-Holland-Zuid, is er duidelijk over: ,,Treft u op zolder, in uw tuin, een oud explosief aan? Bel direct de politie op 0900-8844. De politievrouw of -man die uw melding in ontvangst neemt zal u adviseren het voorwerp niet aan te raken. Uw taak zit er nu voorlopig op. De politie zal direct een teamleider explosievenveiligheid alarmeren. Dit is een politieman die voor deze functie een uitgebreide opleiding heeft gevolgd. Hij zal naar de met u afgesproken plaats komen en daar het aangetroffen voorwerp bekijken.”

Dan zijn er twee mogelijkheden. In het ene geval beoordeelt de teamleider het voorwerp als gevaarlijk. Dat doet hij als hij het herkent als explosief, maar ook als hij het voorwerp niet herkent of twijfelt. In het andere geval beoordeelt de teamleider het voorwerp als niet gevaarlijk. Dat doet hij als hij het voorwerp herkent als een explosief dat door hem veilig vervoerd kan worden of als het herkent wordt als iets anders dan een explosief.

In het eerste geval, dus ook bij twijfel, zal de teamleider de EOD (explosievenopruimingsdienst) van Defensie waarschuwen. Bij spoedgevallen komen die direct. In veel gevallen wordt echter een afspraak gemaakt en komt de EOD binnen enkele dagen.

In het tweede geval zal de teamleider het voorwerp zelf meenemen. Tolenaars: ,,U kunt bij dergelijke voorwerpen denken aan moderne, intacte munitie en ook aan allerlei gebruiksvoorwerpen. Zulke voorwerpen gaan, als ze lang in de grond liggen en gaan roesten, steeds meer op explosieven lijken. Hiervan zijn veel voorbeelden te noemen, zoals oude wieldoppen en klokgewichten."

Als de EOD is gewaarschuwd en niet direct kan komen, zal het voorwerp onaangeroerd moeten blijven waar het is. Het is immers gevaarlijk en kan dus, ook door de politie, niet worden vervoerd. ,,Dan is het niet de bedoeling dat men ondertussen het voorwerp aanraakt of verplaatst. De rol van de vinder is hierbij eenvoudig maar belangrijk: hang het niet aan de grote klok en kom nergens aan", benadrukt Tolenaars.

Als de EOD het voorwerp beoordeelt zijn er opnieuw twee mogelijkheden: of het is gevaarlijk of de EOD oordeelt dat het voorwerp door hen veilig meegenomen kan worden. In het eerste geval zal het voorwerp worden gedemonteerd of zal, in overleg met de gemeente, een geschikte plaats worden gezocht om het voorwerp te laten springen. Er wordt een put gegraven, het explosief wordt daar ingelegd en van een ruime afstand tot ontploffing gebracht. In het tweede geval neemt de EOD het voorwerp mee in een speciaal daarvoor bestemde vrachtwagen”.

Een ieder heeft zo zijn of haar rol. ,,De vinder in het melden, de politie in het eerste onderzoek en de EOD in het zogenaamde ruimen van explosieven. De professionals gaan daarbij zeer zorgvuldig en voorzichtig te werk. Bij twijfel zullen zij geen risico’s nemen en er vanuit gaan dat een aangetroffen voorwerp gevaarlijk is. De politie rekent erop dat u met een zelfde voorzichtigheid te werk zult gaan”, aldus Tolenaars.

advertentie
advertentie