Onder de indruk van Nationaal Baggermuseum

6 december 2011 om 00:00 Nieuws

'Vrijwilligers vertellen met zóveel passie'

SLIEDRECHT - Hans Wijn is bezig aan zijn laatste weken als conservator/beheerder van het Nationaal Baggermuseum in Sliedrecht. Marianne Blaauboer en Ariana Riep nemen vanaf 1 januari, als hun voorganger van zijn pensioen gaat genieten, het stokje over. Op basis van de ervaringen die tot nu toe hebben opgedaan verwachten ze in een gespreid bedje terecht te zullen komen. Door Erik de Bruin

Blaauboer zegt onder de indruk te zijn geraakt van de vele vrijwilligers die het museum rijk is: ,,Zij kunnen zulke mooie verhalen vertellen, met zóveel passie. Ik beschouw het als onze voornaamste taak om dat over te brengen op een breed publiek. Zoveel mogelijk mensen moeten het Baggermuseum gaan ontdekken.'' ,,Mijn moeder heeft dat al gedaan'', zegt ze er meteen bij. ,,Ik vind dat wel een mooi voorbeeld. Toen ze hoorde dat ik voor een jaar terug zou komen naar Nederland (hiervoor heeft ze voor National Trust in Engeland gewerkt, red.) wilde ze iets meer te weten komen over het museum waar haar dochter aan de slag gaat. Omdat ze net als ik niet bekend is met de geschiedenis van baggerindustrie had ze verwacht dat ze hier hooguit een uurtje zou rondbrengen. Dat was een misvatting want ze liep pas na drie uur het museum uit. De gids die haar had rondgeleid wist haar vanaf de eerste minuut te boeien.''

Educatief erf

Voor Wijn klinkt het vertrouwd in de oren: ,,Als ze binnenkomen, hebben we ze. Het is wel de kunst om ze binnen te krijgen.'' ,,Daar zijn we hard mee bezig'', haakt Remco van de Ven in. ,,Het museum is van binnen gemoderniseerd, buiten gaan we het komende halfjaar een educatief erf inrichten met waterbouwkundige werken. Bedoeld om het interactiever te maken. We willen de slag maken naar schoolgaande jeugd en hebben dan ook allerlei lesprogramma's samengesteld.'' Baggeren klinkt een beetje oubollig. ,,Klopt. We hebben ook wel eens gedacht aan een naamsverandering, maar dat zou onzin zijn. Boskalis, wereldwijd één van de grootste concerns, presenteert zichzelf als baggeraar. Het is een geuzennaam die je in ere moet houden, een stukje Hollands glorie dat hoort bij het industrieel erfgoed van ons land. Echter, je praat niet alleen over het verleden, maar ook over nu. Belgische en Nederlandse baggerbedrijven zijn nog steeds toonaangevend in de wereld. Denk alleen al aan het Globe-eiland in de Perzische Golf dat vanuit het heelal is te zien. Bij het woord baggeren denk je niet meteen aan high tech terwijl de hele baggerindustrie er vol mee zit.''

'Baggerroots'

Van de Ven verzorgt, zo had de lezer waarschijnlijk al begrepen, de pr. Hij heeft het interview met Hans Wijn en zijn opvolgers gearrangeerd. Blaauboer en Riep gaan het met z'n tweeën doen. Voor een jaar, daarna gaat laatstgenoemde alleen verder. ,,Voor mij is dat een ideale constructie omdat ik op deze manier eerst een heleboel ervaring kan opdoen'', vertelt Riep, die een halfjaar voor het Rijksmuseum in Amsterdam heeft gewerkt en tevens in de hoofdstad museologie studeerde aan de Reinwardt Academie. Na deze studie wilde ze zich verder verdiepen en besloot ze in Leiden een universitaire opleiding Kunstgeschiedenis te volgen. Het conservatorschap in Sliedrecht wordt één van de eerste stappen in haar maatschappelijke carrière. Ze gaat een beetje terug naar haar (verre) roots. ,,Mijn oma is hier geboren en getogen en stamt uit een baggerfamilie. Toen ik op de website van het museum de vacature las schoot dat meteen door mijn hoofd. Dat maakt het extra leuk. Bovendien vind ik het al een enorme uitdaging omdat het een klein museum is waardoor je veel verantwoordelijkheden draagt.'' ,,Je bent een manusje van alles'', haakt Hans Wijn in. ,,Een manager die zich niet alleen bezighoudt met het beheer van de collectie en het bedenken en inrichten van tentoonstellingen, maar ook als belangrijke taak heeft de club vrijwilligers, waar het museum op steunt, te enthousiasmeren en bij elkaar te houden. In feite ben je bij alles betrokken. Ik vond dat al die jaren (Wijn is 11,5 jaar conservator in Sliedrecht, red.) ontzettend leuk en merk hetzelfde enthousiasme bij Ariana en Marianne. Ik heb er dan ook het volste vertrouwen in.'' Eerstgenoemde vleit hij met de opmerking dat Prins Baggerbedrijven (op een gegeven moment opgeslokt door Van den Herik) in de vorige twee eeuwen een aansprekende naam was: ,,De familie zal er vast trots op zijn dat één van de nazaten bijdraagt aan het promoten van de baggerindustrie.''

Marianne merkt tot slot op dat ze in een gespreid bedje terecht komen: ,,Er zijn goede ontwikkelingen in gang gezet waar wij een vervolg aan zullen geven. Sliedrecht moet op het netvlies komen van mensen die deze regio bezoeken. Eerst naar de molens in Kinderdijk, vervolgens naar het Baggermuseum. We zijn inderdaad heel enthousiast én onder de indruk.''

advertentie
advertentie