Geschil over Roemeense buren

29 februari 2012 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - ,,Twee jaar en twee maanden geleden.'' Robert Aalderink, wonend aan de Rivierdijk 208, weet exact aan te geven wanneer zijn Roemeense buren het vroegere kantoorpand van Den Breejen Schilders introkken. ,,Ze kwamen 's morgens aan en hielden 's middags al een luidruchtige barbecue. Van die geluid- en stankoverlast is nog steeds sprake.'' Hij heeft zich niet beklaagd bij het onlangs opgerichte PVV-meldpunt, wel bij de politie, de gemeente en de eigenaar. Bij die laatste is volgens hem geen eer te behalen. ,,Al zal hij nu wel moeten.''

Door Erik de Bruin

Aalderink doelt op John den Breejen, de directeur van het gelijknamige schildersbedrijf. Het vroegere kantoor en de werkplaats staan niet op zijn naam, maar is eigendom van zijn moeder. ,,Ik ben haar woordvoerder'', zegt hij met een lachend gezicht. Hij heeft vorige week een brief gekregen van de gemeente waarin wordt verzocht de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten te beëindigen. Hij is er ontspannen onder. ,,Ik ben er niet op uit ruzie te zoeken. Samen met onze jurist zullen we er rustig naar kijken.'' Den Breejen zegt het te betreuren dat de drie partijen niet gewoon met elkaar om de tafel zitten: ,,Dan kun je samen kijken naar een goede oplossing en hoef je niet aan een speciale commissie te vragen hier een oordeel over te vellen.''

Hij bedoelt de commissie beroep- en bezwaarschriften van de gemeente. Die heeft het bezwaar van Aalderink gegrond verklaard. ,,Hetzelfde als wat de gemeente al eerder heeft geoordeeld'', is Aalderink het met Den Breejen eens dat deze extra screening niet had gehoeven. ,,De gemeente heeft een jaar geleden geconcludeerd dat geen woonbestemming op het pand zit. Je zou dan verwachten dat actie wordt ondernomen, maar behoudens twee brieven aan Den Breejen is niets gebeurd. Die brieven beschouw ik als voor de vorm.''

Gewezen op deze kritiek laat gemeentevoorlichtster Monique Boer weten dat procedures zorgvuldig moeten worden doorlopen. ,,Dat kost nu eenmaal tijd. De gemeente gaat handhaven.'' Den Breejen is ook hier kalm onder: ,,We hebben inderdaad al twee brieven gehad van de gemeente. Dat wil echter niet zeggen dat we het ermee eens zijn.'' Hij weidt uit over het voorstel dat richting de oosterburen is gedaan. ,,We hebben voorgesteld de kantine te verplaatsen van nummer 210 naar 212 en een plek te creëren achter 214 om barbecues te kunnen houden. De bewoners van 216 doen daar graag aan mee. Zij klagen niet en vinden het fijn dat het is bewoond. Zodat het niet verpaupert. Voor hetzelfde geld hadden er krakers in gezeten. Dat had zomaar gekund als we het niet hadden verhuurd. Deze drie panden hebben een jaar leeg gestaan en zullen pas in trek zijn bij kopers als het hierachter liggende Watertorenterrein in ontwikkeling wordt gebracht. Dat kan nog jaren duren.''

Robert Aalderink als ook Kees Visser, die twee huizen verderop woont, zeggen overlast te ondervinden. ,,Al vanaf het begin. De mate van overlast is onverminderd groot. Ze hebben last van een selectief geheugen en als je ergens wat van zegt, krijg je een grote bek terug. Wat ons het meest stoort is dat ze geen respect hebben voor mensen die hier al heel lang wonen. Zo is het een algemeen gegeven dat de zondagsrust wordt gerespecteerd. Niet zozeer vanwege het geloof, maar om lekker in de tuin van het prachtige uitzicht te kunnen genieten. Nou, daar hebben zij dus maling aan. We kijken nu al uit naar de Kerstperiode. Dan keren ze drie weken terug naar Roemenië. Voor ons is dat een verademing. Een oase van rust, net als vroeger.''

advertentie
advertentie