Jeroen Romeijn traint voor eerste 100 kilometerloop

8 april 2013 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - ,,Tien jaar geleden stapte ik de winkel in voor een paar hardloopschoenen. Mijn idee was dat ik gewoon mijn korte broek aantrok, zonnebril op en beginnen met hardlopen.'' Aldus Jeroen Romeijn, inmiddels fanatiek ultraloper die op dit moment de laatste trainingen af aan het werken is voordat hij naar Belves, Zuid-Frankrijk vertrekt. Hier gaat hij tijdens het Europees kampioenschap de honderd kilometer lopen.

Ultralopen is een in Nederland relatief onbekende sport. Ultraloopwedstrijden zijn hardloopwedstrijden over een afstand die groter is dan de marathon (42 kilometer). Ultralopen kunnen dus over diverse afstanden gaan, maar veel voorkomende afstanden zijn de 50 en de 100 kilometer. In Nederland zijn er ongeveer 500 beoefenaars van de sport. Één van deze Nederlandse ultralopers is de in Sliedrecht woonachtige Jeroen Romeijn. Hij is inmiddels tien jaar actief als hardloper en sinds ongeveer vijf jaar loopt hij wedstrijden van vijftig kilometer en langer. Zo liep hij in 2011 in het Zwarte Woud al eens de tachtig kilometer. Hij legde de afstand van 80 kilometer in iets meer dan 6 uur af.

In 2013 heeft Jeroen Romeijn zichzelf een nieuw doel gesteld. Op 27 april staat de Sliedrechter aan de start voor zijn eerste honderd kilometer. Afstanden van 50 en 80 kilometer zijn Jeroen niet vreemd, maar deze 100 kilometer is nog onbekend terrein. ,,Mensen kijken mij soms raar aan als ik zeg dat ik 100 kilometer ga lopen, maar ik ben al enkele jaren aan het trainen voor deze wedstrijd. Ik vermoed dat de meeste mensen wel deze afstanden kunnen lopen, als zij er specifiek voor trainen."

Jeroen Romeijn is vanaf januari aan het trainen voor de 100 kilometer. Dit komt neer op ongeveer 2000 kilometer en 10 tot 15 uur trainen per week. Jeroen geeft aan dat dit vooral in de winterperiode ongeveer het maximale is wat hij kan trainen. Sowieso wordt het trainen bemoeilijkt door de combinatie met het dagelijkse leven. De oplossing voor Jeroen is om het lopen te combineren met de activiteiten in zijn leven. Zo holt hij soms terug vanaf zijn werk in Gouda of combineert hij zijn sport en familiebezoeken. Bovendien is Jeroen sinds negen maanden vader en vindt hij het belangrijk om tijd met zijn zoon Finn te besteden. ,,Ik wil na een training nog wel gewoon met mijn kind op het kleed kunnen zitten''.

Tijdens zijn training loopt Jeroen volledig op hartslag. ,,Tijdens de ultraloop van Belves heb ik een bepaalde hartslag in mijn hoofd en die probeer ik stabiel te houden. Als de vermoeidheid toeslaat wordt het moeilijker om in een bepaald ritme te blijven lopen. Hierdoor ontstaat het verval wat elke ultraloper tegen komt. De kunst van het ultralopen is dan ook om het verval zo beperkt mogelijk te houden. Hierbij zijn veel factoren van invloed: de vorm van de dag, het weer en het parcours zijn allemaal zaken die de het verval in de race beïnvloeden."

Verwachting voor Belves

Op een 100 kilometer wordt er over het algemeen snel gestart. Voor Jeroen betekent dit dat hij tijdens het begin van de race gerust rond de 50ste plaats kan liggen. Jeroen ziet het als voornaamste doel om de race te voltooien. ,,De echte toppers starten snel, nemen risico en kijken waar ze uitkomen.'' Voor Jeroen is het zijn eerste 100 kilometer dus start hij met een tactiek waarbij het voltooien van de race de eerste prioriteit is.

Omdat er tijdens een race meerdere onbekende factoren zijn is het moeilijk om een hele concrete eindtijd te zetten. Jeroen heeft voor de eerste tachtig kilometer zichzelf ingesteld op een doorkomst tijd van 5 uur en 50 minuten. Na deze tachtig kilometer is de laatste 20 kilometer naar vermogen:,,Er is altijd sprake van verval tijdens een race, hier ben je mentaal op ingesteld. Vooraf is het duidelijk dat het pijn gaat doen en de kunst is om jezelf hier overheen te zetten.''

Tijdens de race wordt Jeroen bijgestaan door zijn vader die hij zijn grootste fan noemt. Zijn vader fietst mee en houdt bij wanneer er gedronken moet worden. ,,Mijn vader weet meer over bijvoorbeeld het parcours dan ikzelf''.

De uitdrukkelijke wens voor Jeroen is wel om onder de acht uur te lopen. Als dit lukt dan plaats hij zich voor het WK in oktober in Zuid Afrika. ,,Mocht dit niet lukken dan moet ik ook eerlijk zijn en accepteren dat ik niet goed genoeg ben. Topsport is in dat opzicht keihard."

advertentie
advertentie