Gemeente herkent zich niet in klacht van Baggermuseum

SLIEDRECHT - Wie kaatst kan de bal verwachten. Remco van de Ven, die zowel bestuurslid is van het Sliedrechts Museum als het Nationaal Baggermuseum, verweet het college twee weken geleden tijdens een inspraakbijeenkomst over de bezuinigingen dat zij weinig waardering heeft voor beide musea. Naast de voorgestelde subsidieverlaging, die overigens gisteravond door de gemeenteraad is teruggedraaid, stelt hij dat door de realisatie van het Plaatje de stoombaggermolen aan de rivier niet meer kan worden bezichtigd door bezoekers van het Baggermuseum. De gemeente laat weten dat zij zich niet herkent in de klacht van het museum. ,,ROM-D heeft als beoogd ontwikkelaar van Het Plaatje een bedrag gereserveerd voor een tijdelijk en definitief wandelpad naar de baggermolen en eventuele aanpassing van de bestaande afmeerponton. Deze uitgangspunten zijn bij brief van 12 april 2012 bevestigd richting het Baggermuseum. Het museum heeft echter de ambitie de nieuwe verbinding tussen museum en baggermolen door te ontwikkelen tot gebouwde wandelroute met expositieruimte. Deze extra investering kan door de gemeente en ROM-D niet worden bekostigd, maar zou door het museum zelf moeten worden ontwikkeld."

Het Baggermuseum is bij de Raad van State in beroep gegaan tegen de vaststelling van het bestemmingsplan voor Het Plaatje. Net als de omwonenden die tezamen bezwaar hadden aangetekend vanwege de geluidsoverlast die wordt gevreesd en ook tot het starten van een juridische procedure besloten, heeft het museum geen gelijk gekregen van de hoogste bestuursrechter. Hierdoor ligt sinds kort de weg open voor realisatie van Het Plaatje, waar onder andere de al in Sliedrecht gevestigde Scheepswerf Boer deel van uitmaakt.