Bomen over bomen

De meest opvallende bomen in Sliedrecht zijn de rode beuken (Fagus sylvatica ’Purpurea’) aan de Kerkbuurt. De bomen zijn ruim 30 meter hoog en ruim 100 jaar oud. De beuk binnendijks heeft zich waarschijnlijk goed kunnen ontwikkelen omdat hij geen last had van andere bomen. Het prachtige donkere blad zorgt voor koele schaduw in de tuin van het huis.
Rond 1988 verdween een pand in de buurt van deze gigantische boom om nieuwbouw van Overslydrecht te realiseren. De boom was erg gehecht aan het oude huis. De muren boden hem schaduw en beschutting tegen wind. Nu gedijen beuken goed in de schaduw van andere bomen of in bossen. Als de boom plotseling meer zon krijgt “verbrand” hij, met alle gevolgen van dien. De reus van de Kerkbuurt is ondanks zijn omvang erg gevoelig voor veranderingen in zijn omgeving. Door de boom met jute in te wikkelen werd de gelegenheid geboden langzaam aan het fellere licht en drogere lucht te wennen. Na een jaar mocht het jute eraf en heeft de boom de overgang zonder problemen overleefd. Het is opvallend hoeveel rode beuken er in de omgeving van de Kerkbuurt staan.
Zou het honderd jaar geleden mode zijn geweest om deze boom voor de sier te planten? Het getuigt in ieder geval van een goede smaak. Toch konden de tuinmannen toentertijd niet overzien hoe groot het boompje zou worden. Ofwel de eisen voor de groeiplaats konden in de loop der tijd flink veranderen. Buren kunnen last krijgen van zo’n grote boom doordat blad, vruchten en pluis de properheid in Sliedrecht ondermijnen!
Wegen kunnen door wortels in het asfalt veranderen in een knollenland.
Grote bomen hebben ruimte nodig om geen overlast te bezorgen. Het komt nog al eens voor dat bomen verkeerd worden geplant. Eenmaal volwassen worden ze gerooid, vaak op een leeftijd waarop de boom op zijn fraaist is! Ruimte is ook nodig voor zijn bondgenoot; een wortelschimmel. De (rode) beuken en de schimmel hebben een bijzondere samenwerking en kunnen niet zonder elkaar (over)leven. De schimmel groeit rond de fijnste wortels en vergemakkelijkt voor de boom de opname van mineralen en voedingszouten. In ruil daarvoor ontvangt de schimmel een deel van de door de beuk aangemaakte suikers waarvan hij op zijn beurt weer kan groeien. Verbazingwekkend dat deze eeuwige vriendschap bestaat en dat de boom alleen maar groeit bij de gratie van een onzichtbare minuscule schimmel.

Mits reus en dwerg hiervoor de gelegenheid krijgen.

L.J. Nederlof, namens Stichting Sliedrecht Groen