Gegrepen door de glimlach van Gambia

12 september 2014 om 00:00 Lokaal nieuws

SLIEDRECHT - "Daar heb je de toubabs!" Een kleine compound bij Dippa Kunda

in Gambia loopt uit als de auto met daarin twee blanken - want dat betekent

toubabs - arriveert. Een uitgebreide maaltijd staat klaar. Het is feest in

de leefgemeenschap. Want An en Peter Brouwer uit Sliedrecht zijn op bezoek.

,,Ik voel me altijd een beetje Máxima als ik zo ontvangen wordt", zegt An.

Door Caroline Voorbergen

Ze heeft jaren geleden met haar man een Gambiaans gezin geadopteerd. Voor

de hele compound betekent dit een grote steun. Ze vindt het grappig dat ze

daarom als een koningin ontvangen wordt, maar tegelijk vindt ze haar inzet

voor haar Afrikaanse adoptiefamilie heel normaal. ,,Wij hebben zoveel

rijkdom als je ziet hoe zij leven. Dan doe je dat toch gewoon!" Peter is

nog stelliger. ,,Als je het leed daar met eigen ogen ziet en je wordt er

niet door gegrepen, dan ben je harteloos."

Toch is het verhaal van deze twee Sliedrechters niet zo gewoon als zij het

doen voorkomen. Het begint in 2002 als An voor het eerst op vakantie gaat

naar Gambia, met een paar vriendinnen. Een jaar later gaat ze al weer

terug, dit keer met een collega. ,,Ik was gegrepen door het land. Of beter

gezegd door de mensen." In die vakantie raakt ze in gesprek met haar

kamerjongen in het hotel. Hij vertelt haar dat hij jong weduwnaar is

geworden. Zijn vrouw was overleden bij de geboorte van een tweeling. An had

wat spullen in haar koffer om uit te delen. Daarbij zaten twee poppen en

die geeft ze aan haar kamerjongen Mohammed. Voor de tweeling. Een dag later

vraagt ze aan Mohammed: ,,En wat vonden ze ervan? ,,Ze willen je ontmoeten

om je persoonlijk te bedanken." En zo rijdt An die vakantie naar de

sloppenwijk bij Serrekunda en ontmoet ze de meisjes Awa en Adama, toen 8

jaar. ,,Ik was gelijk verkocht." Als ze hoort dat veel kinderen in de

sloppenwijken niet naar school kunnen, omdat alleen al de aanschaf van een

uniform te duur is en dat dat ook voor de vader van Awa en Adama een

probleem is, doet ze een spontaan aanbod. ,,Ik ga jullie school betalen!"

In 2003 ontmoet An haar huidige man Peter. In 2004 gaat hij voor het eerst

mee naar de 'Smiling Coast'. En ook hij valt voor die glimlach. ,,Je ziet

zoveel ellende. Mensen sterven daar omdat ze een tientje te kort komen voor

medicijnen. Soms eten ze dagen niet. Of alleen wat rijst met ui. Maar toch

zijn ze gelukkig, misschien wel gelukkiger dan wij. Ze leven van dag tot

dag. En als ze iets hebben, delen ze dat direct met de hele compound." Dat

gebeurt ook met de spullen (eten, drinken, kleding, etc) die An en Peter

tijdens hun jaarlijkse reizen naar Gambia meebrengen.

In 2011 neemt de hulp andere vormen aan. An en Peter horen van een

Nederlandse reisleidster over de mogelijkheid vierkante meters te huren in

een zeecontainer naar Gambia voor hulpgoederen. Vanaf dat moment staan er

overal bananendozen in het huis van An en Peter die in steeds rapper tempo

gevuld worden. An slaat koopjes in waar ze tegenaan loopt, slaat haar slag

op Marktplaats en krijgt ook steeds meer spullen binnen via collega's,

vrienden, familie en buren. Al gauw gaan er elke maand gemiddeld tien dozen

naar Gambia. De toevoer wordt zelfs te veel voor het gezin van Mohammed en

zijn compound.

Daarom ontstaat in 2014 het idee een winkel te beginnen. Voor 45 euro per

maand - meer dan Mohammeds maandsalaris - huurt Peter een pandje waar de

spullen uit Nederland worden verkocht. ,,Op de eerste dag dat het winkeltje

open ging was binnen twee uur de huur al terugverdiend", vertelt Peter. Hij

heeft een en/of-rekening met Mohammed waarmee de huur en andere kosten

worden vereffend. Het vertrouwen tussen An en Peter en Mohammed is groot.

,,Hij belt mij altijd voordat hij er geld vanaf haalt", zegt Peter. ,,We

hebben met hem echt een lot uit de loterij", vult An aan. ,,Het gebeurt

heus wel dat mensen in Gambia misbruik maken van hulp uit het buitenland.

Maar Mohammed heeft ons nog nooit teleurgesteld. En hij heeft ons ook nog

nooit om iets gevraagd."

Met het winkeltje hopen An en Peter ook wat meer duurzame hulp te kunnen

verlenen. ,,De meisjes zijn nu 19 en hebben bijna hun middelbare school

doorlopen. Dan zou het zonde zijn als ze er straks niks mee kunnen. Werk

vinden is niet makkelijk in Gambia. Nu hebben ze in ieder geval de winkel",

zegt An.

Mohammed kan met wat hij verdient in het hotel en de steun vanuit

Sliedrecht tien mensen onderhouden. Ook de compound, waar 30 à 40 mensen

wonen, hebben veel baat bij de hulp. ,,Het is misschien een druppel op een

gloeiende plaat, maar wel één die zich uitbreidt", zegt Peter. Bovendien

gaat het de Sliedrechters vooral om de band die ze opbouwen met Mohammed en

zijn gezin. ,,Die liefde is zo bijzonder", zegt An met een bijna

Gambiaanse glimlach. De meisjes noemen haar 'mam'. Laatst werd ze gebeld:

,,Mam, mag ik op Facebook?" ,,Dat is goed als ik je wachtwoord mag

beheren", luidde het antwoord.

In het najaar hopen An en Peter weer naar Gambia te gaan. Ze slapen dan in

een hotel, maar rijden zelf dagelijks naar de compound om daar de tijd met

hun 'familie' door te brengen. Bang zijn ze nooit als ze samen door het

binnenland rijden. Ze zijn inmiddels goed bekend in de regio, de toubabs

uit Sliedrecht. ,,Als iemand ook maar een vinger naar ons uitsteekt... De

mensen in de compound zouden hun leven voor ons geven. Omdat, zo zeggen

zij, wij Mohammeds gezin hebben gered."

advertentie
advertentie