Afbeelding
Pixabay - Sipa

Huismus meest geteld in Hardinxveld

28 januari 2020 om 15:42

H'VELD-G'DAM De huismus is de meest getelde vogel in Hardinxveld-Giessendam tijdens de nationale tuinvogeltelling van afgelopen weekend. Ook landelijk werd de huismus ‘winnaar’.

door Louis van Oort

Fanatieke en minder fanatieke vogelaars in het hele land telden afgelopen vrijdag, zaterdag of zondag een half uur de gevederde vrienden in hun tuin of op hun balkon. Meer dan negentigduizend deelnemers telden in totaal ruim 1,5 miljoen vogels.

In Hardinxveld-Giessendam werden in 76 tuinen in totaal 1515 vogels waargenomen. De huismus voerde dus in Hardinxveld-Giessendam de boventoon - net als in de afgelopen jaren - met 309 stuks. Tweede werd de koolmees, met 187 waargenomen exemplaren, terwijl de top-3 werd volgemaakt door de pimpelmees (116).

Alleen in Zuid-Holland staat de koolmees op 1. In alle andere provincies voert de huismus de lijst aan en staat de koolmees op de tweede plek. Op plaats drie vind je de kauw of de pimpelmees. Verder werden veel vinken, houtduiven, Turkse tortels, roodborstjes en eksters geteld.

Met de merel gaat het nog steeds niet goed. In 2018 viel deze begenadigde zanger voor het eerst sinds de start van de telling buiten de top drie meest getelde vogels, en ook dit jaar moet ze het doen met de vijfde plek. Volgens Vogelbescherming hebben merels uit Noordwest-Europa de laatste jaren waarschijnlijk wat minder behoefte om naar het zuiden te trekken, omdat de winters steeds zachter worden. Ook waart sinds 2016 het voor merels dodelijke Usutu-virus rond. De vogelonderzoekers van Sovon zeggen dat het onbekend is hoelang het duurt voordat de populatie voldoende weerstand heeft opgebouwd en de sterfte door dit virus zal afnemen.

De liefde voor vogels (of in ieder geval voor de Tuinvogeltelling) verschilt nogal per provincie.

- In Drenthe waren er dit weekend bijna acht vogeltellers per duizend inwoners actief.

- Ook in Zeeland en Friesland (6,6 tellers per duizend inwoners) werd fanatiek gevogeld.

- In Limburg en Zuid-Holland deden de minste mensen mee aan de Tuinvogeltelling: net iets meer dan vier per duizend inwoners.