‘Van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat’

31 januari 2008 om 00:00 Nieuws
SLIEDRECHT - H. de Hoog (83) tekende eerder dan hij lezen kon. ,,Ik krabbelde tekeningetjes met een stompje potlood op een hoekje van de krant.” Vooral sinds zijn pensionering heeft meneer honderden schilderijen ‘vrij naar de Haagse School’ zoals hij het zelf noemt, gemaakt. Maar ook de natuur en met name het polderlandschap dagen hem uit. Hij trekt er vaak op uit met zijn camera, want ook digitale fotografie en fotobewerking is een hobby: ,,Schilderen en fotografie zijn broertje en zusje van elkaar”. Nog maar zo’n twee jaar geleden heeft meneer een computer aangeschaft. Zijn zoon is mee geweest toen hij de pc ging kopen, maar verder heeft hij zichzelf het gebruik met behulp van een lesboek aangeleerd. ,,Ik ben me af en toe builen gevallen van hier tot ginter. Op een keer bleef het ding maar foto’s kopiëren, honderden achter elkaar. Mijn zoon kwam me uit de brand helpen. Inmiddels ben ik niet meer bang voor dat apparaat en kan ik het zelf wel oplossen. Ik rommel heel wat af met mijn foto’s en soms ben ik gewoon verbaasd wat er uitkomt.” Meneer komt oorspronkelijk uit Hardinxveld. Op school bleef zijn talent niet onopgemerkt. ,,Ik kreeg altijd een tien! Ik tekende eerst met potlood en later met kroontjespen en inkt. We hadden niets in die tijd en met klusjes verdiende ik acht cent bij elkaar voor een velletje ‘Leeuwtjespapier’ waar ik heel zuinig op was. Het was een half uur lopen naar het winkeltje op de Dam.” Er is een mapje bewaard gebleven met enkele tekeningen uit zijn schooltijd en in zijn atelier hangt een ingelijste pentekening van ‘Het Hof van Gethsemé’ die hij maakte op 14- jarige leeftijd. Op de vraag of dat talent meer voorkwam in de familie antwoordt meneer: ,,Aart van Bennekum (1909-1972) was een neef van mijn moeder. Hij kwam uit een schildersfamilie en werd een vrij bekende kunstschilder. Ook hij was een echte natuurman. De historische vereniging heeft ooit een boekje over zijn ‘Leven en Werken’ uitgegeven.(Zie www.hv-hardinxveld-giessendam.nl ). Ook heb ik me wel eens afgevraagd of ik misschien in de verte nog familie zou kunnen zijn van Bernard de Hoog (1866-1943).” Deze kunstschilder uit de tijd van de ‘Haagse School’ brengt ons bij zijn echte passie: de stijl van een groep schilders die tussen 1860 en 1890 in Den Haag werkten. Deze kunstenaars zetten zich af tegen de behoudende opvattingen die golden op de kunstacademie. Terwijl traditionele schilders hun onderwerp idealiseerden, probeerden zij juist een meer realistische weergave van de werkelijkheid te geven. Ze werkten zoveel mogelijk in de vrije natuur. De weergave van het licht en de atmosfeer van een landschap was daarbij het belangrijkst. ,,Vooral Willem Roelofs en Andreas Schelfhout bewonder ik. Op de arbeidersavondschool (meneer ontwikkelde zich tot technisch tekenaar en werd montageleider bij diverse grote bedrijven, red.) kwam ik al iets meer te weten over materiaalkeuze. In de oorlogsjaren deed ik een schriftelijke cursus ‘Vrij Tekenen’, maar verder heb ik nooit les genomen. Ik ben wel altijd al geïnteresseerd geweest in schilderkunst en heb er veel over gelezen. Ook bezoek ik vaak musea en galeries. In verband met mijn leeftijd rij ik geen grote afstanden meer, maar nu het rijksmuseum in Amsterdam verbouwd wordt is er veel van hun collectie hier in de buurt te vinden. Onder andere in het museum in Dordrecht, dus daar ga ik regelmatig naar toe.” Meneer heeft een indrukwekkende verzameling kunstboeken en duizenden plaatjes. Meestal schildert hij geen bestaande composities na, maar stelt hij zelf iets samen. Van elk schilderij wordt eerst een tekening gemaakt, die hij overzet op het doek. “Als ik eenmaal weet wat ik ga schilderen heb ik er ongeveer een week werk aan.” Overal in de gezellige Sliedrechtse flat hangen zijn schilderijen in de sfeer van de ‘Haagse School’. Maar ook zijn vader en zijn drie zoons portretteerde hij. Zijn echtgenote heeft duidelijk plezier in het werk van haar man. Zij was dan ook degene die ervoor zorgde dat Het Kompas op bezoek mocht komen. Meneer zelf zoekt geen publiciteit: ,,Ik heb ooit een paar keer meegewerkt aan een tentoonstelling in de Bonkelaar. Maar nadat ik het schilderij van mijn vader terugkreeg met een gaatje erin, was daar de lol wel vanaf.” Ook heeft hij geen behoefte aan promotie want hij verkoopt toch al regelmatig werk. ,,In kleine kring en via, via ben ik blijkbaar vrij bekend, want ze halen de schilderijen onder mijn handen weg. Ik heb het op mijn werk altijd erg druk gehad en heb ook in het buitenland gewerkt en gewoond. Interessant natuurlijk, maar dan kwam de liefhebberij wel eens in de verdrukking. Op mijn 60ste kon ik met pensioen. Het koste in het begin wel moeite om alles los te laten, maar ik verveel me nooit. Ik begin als het ’s morgens licht wordt en stop ’s avonds rond een uur of half tien. En als ik aan het schilderen ben, hoef ik de afwas niet te doen.” H.de Hoog legt de laatste hand aan ‘Kasteel in de Winter’.
advertentie
advertentie