‘Schrijver bestrijdt wat massa denkt’

10 april 2008 om 00:00 Nieuws
SLIEDRECHT – ,,Hermans heeft mij als het ware naar de kritische kant geschoven. Ik interesseer mij hogelijk in zijn werk vanwege taalgebruik en humor, die tot op zekere hoogte overgaat in sarcasme. Vroeger las ik vooral Bomans en Carmiggelt en de grote Russische schrijvers. Maar begin jaren zeventig ben ik daadwerkelijk dieper op W.F. Hermans ingegaan en dat zal mede te maken hebben met mijn politieke interesse ter linkerzijde. De directe aanleiding was, dat Hermans in de Tweede Kamer aan de orde is geweest.” Leen Degens (71) doelt op de periode dat Hermans verbonden was aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn tegenstanders meenden dat hij te weinig op het instituut verscheen en zijn colleges onvoldoende voorbereidde. Na beschuldigingen uit voornamelijk rechts christelijke kringen, dat Hermans al zijn tijd aan het schrijven besteedde en daardoor niet aan zijn eigenlijke werk zou toekomen, werd een onderzoekscommissie ingesteld. Het onderzoek pleitte de schrijver vrij. Voor Hermans was de maat echter vol. In 1973 nam hij ontslag en vestigde zich in Parijs. In ‘Onder Professoren’, nam hij wraak op het milieu dat hem had uitgestoten. De affaire boeide Degens zo dat hij het onderzoeksrapport wilde lezen. ,,Toen dat niet toegestaan werd, spande ik een procedure aan tegen het ministerie en de universiteit. Uiteindelijk heb ik gelijk gekregen. Naar aanleiding van het hele gebeuren trok ik de stoute schoenen aan en schreef Hermans, die toen al in Parijs woonde, een brief. Ik wilde weleens weten hoe hij tegen mijn pogingen aankeek om dat rapport los te krijgen.” In één van de reacties die vanuit Parijs naar Sliedrecht gestuurd werden is te lezen: ‘Met verbazing las ik uw brief en correspondentie met dit instituut’ Leen laat nog meer voorbeelden zien van deze en andere briefwisselingen tussen hem en de schrijver. Zowel de brieven als de enveloppen worden zorgvuldig bewaard tussen zuurvrij papier. Willem Frederik Hermans (geboren 1 september 1921) was een fysisch geograaf die vooral bekend is geworden als schrijver van romans, korte verhalen, essays en filosofisch en wetenschappelijk werk. Hij wordt met Harry Mulisch en Gerard Reve gerekend tot de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse auteurs. In de omgang was Hermans doorgaans niet gemakkelijk. De titel van een van zijn romans ‘Ik heb altijd gelijk’ zou ook op hem persoonlijk van toepassing kunnen zijn, hoewel Hermans zelf altijd nogal duister over het autobiografisch gehalte van zijn boeken was. Zijn tegenstanders boorde hij op onaangename, maar zeer rake en vermakelijke wijze de grond in. Hermans overleed op 27 april 1995. In de woonkamer van huize Degens is Hermans duidelijk aanwezig: ,,Ik heb feitelijk alles wat hij geschreven heeft.” Ook mappen met knipsels en de eerder genoemde correspondentie met en over de schrijver ontbreken niet. Opvallend is een groot zwart-wit portret van Hermans in een prominent zichtbare hoek van de boekenkast, naast de bescheiden aanwezigheid van foto’s van vrouw en dochter Degens. Als het aan Leen gelegen had, zou er in Sliedrecht een W.F. Hermans-wijk verrijzen. ,,Ik heb ooit een aantal gemeenten in Nederland aangeschreven met de vraag of zij voor een standbeeld van deze schrijver zouden voelen. Maar blijkbaar durft niemand dat aan. Later bleek me dat ook Hermans zelf geen beeld wil: ‘Het enige dat ik op prijs stel is dat ze mijn boeken lezen’.” Maar straatnamen is wat anders bedacht Degens en hij bestookte b & w met vele brieven met voorstellen, inclusief een stratenplan met namen als: Osewoudtlaan, Alberegtweg, Helenastraat (figuren uit zijn romans) en het W.F. Hermansplein. Hij ontving even zovele ontvangstbevestigingen. Het lukte hem een vergadering van de straatnamencommissie te bezoeken. ,,Hoewel een aantal van hen zich positief uitliet, hoorde ik er nooit meer wat van. Ook heb ik, hoewel ik daar schriftelijk om verzocht heb, nimmer een verslag van die bijeenkomst ontvangen. Het woord ‘moedeloos’ is hier op zijn plaats.” Degens kan uren gepassioneerd over de schrijver praten. Relevante anekdotes, gebeurtenissen, artikelen en boeken worden erbij gehaald. Hij laat met vele voorbeelden zien dat, hoewel Hermans dus al twaalf jaar dood is, zijn werk nog wel degelijk leeft. Eén ervan is een citaat uit ‘Tranen der Acasia’s’ op het voorblad van debuutroman ‘De Steniging’ van Frénk van der Linden uit 2007. “Men wreekt zich altijd in het leven, alleen niet op de personen die schuldig zijn”. Degens strooit met andere citaten om te illustreren wat hem zo boeit aan de manier van formuleren van Hermans: “Met je broek naar beneden, voorover op een schuinstaande ladder, dat is jezelf kwetsbaar opstellen.” en “De verdraagzame wordt gedwongen zich te verdedigen door op zijn beurt onverdraagzaam te zijn.” Met een knipoog naar de krant sluit Degens af met: “De journalist formuleert vaak wat de massa denkt, de schrijver bestrijdt wat de massa denkt en brengt aan het licht wat de massa niet durft te denken.” In de woonkamer van huize Degens is W.F. Hermans duidelijk aanwezig.
advertentie
advertentie