‘Geen plicht maar opdracht’

30 oktober 2008 om 00:00 Nieuws

Dertig jaar lang, van 1969 tot 1999, was dominee Tanis (79) predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk (CGK) in de Kerkbuurt. Inmiddels is hij bijna tien jaar met emeritaat en woont hij ook niet meer in Sliedrecht, maar in Werkendam. Om afstand te kunnen nemen, geven hij en zijn vrouw aan tijdens het interview: ,,Dat is beter voor iedereen. Het is niet wenselijk dat je blijft wonen in de gemeente waar je als laatste gewerkt hebt.” In Sliedrecht had de predikant een bijna 2000 leden tellende gemeente. Dat zorgde dan ook voor een enorme werkdruk.

Ds. Tanis 55 jaar predikant met twee vrouwen SLIEDRECHT/WERKENDAM – 55 jaar staat hij inmiddels in het ambt van predikant. En samen met zijn vrouw was hij afgelopen dinsdag ook nog eens 55 jaar getrouwd. De rode draad door zijn leven schetst hijzelf met een bijbeltekst: ‘Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren’. ,,En dat is enkel genade.” Een portret van een oud-predikant van Sliedrecht, door de koningin geridderd en door de burgemeester benoemd tot ereburger van Sliedrecht, dominee M.C. Tanis.

Door André Visser

Hoe kijkt u hierop terug?

,,Ik heb me dag en nacht ingezet voor de gemeente. Dat is geen menselijke roem. Het was niet mijn plicht, maar opdracht. Dat is een heel verschil. En mijn vrouw heeft me hierin altijd gesteund.” Zij vult dan ook aan: ,,De jongens (het echtpaar kreeg vier zoons en twee dochters, red.) zeiden wel eens: ‘Vind je het wel goed, dat ie zoveel weg is?’ Maar ja, als hij het nou deed om z’n portemonnee te spekken. Dan moest ie stoppen van mij. Maar hij deed het uit liefde voor zijn Meester. Hij had eigenlijk twee vrouwen, zijn gemeente en ik.”

De predikant was en is geen onbekende in zijn kerkverband. Zo was hij bijvoorbeeld drie keer voorzitter van de landelijke vergadering, de Generale Synode die eens in de vier jaar wordt gehouden. Ook was hij betrokken bij de oprichting van een reformatorische scholengemeenschap in Rotterdam. Maar veel nevenfuncties had hij niet, met dank aan zijn vrouw. ,,Ik scheepte gewoon iedereen af aan de telefoon”, aldus mevrouw Tanis glimlachend. ,,Hij had het er gewoon te druk voor. En op een gegeven moment wisten ze ook dat ze hem niet hoefde te bellen, want hij deed het toch niet.”

Dominee Tanis werd geboren in Rotterdam in 1929. Zijn ouders waren Nederlands Hervormd. Later deed hij zelf belijdenis in de CGK. Achteraf ziet hij dit als leiding van God. Zijn vader had een eigen zaak en verkocht groenten, fruit en aardappelen. ,,In de omgeving waar ik woonde leefden kerkelijke en onkerkelijke mensen samen. De verhoudingen waren heel goed en men respecteerde ook iedereen die kerkelijk was. Er werd zelfs rekening gehouden met de zondag.” In de winkel kwamen verschillende soorten mensen. ,,Ik zeg vaak: ‘Mijn eerste stage heb ik gehad in de winkel van mijn vader’. Mijn ouders hielpen mensen in de oorlogstijd met eten. Dat alles ging in stilte en dat heeft mij bijzonder getroffen. De Bijbel spreekt van de linkerhand die niet weet wat de rechterhand doet. Ook wat het luisteren betreft. Mijn vader kon heel goed luisteren naar de mensen.”

Na de lagere school volgde de predikant de Mulo. Daarna werkte hij op de administratie van een metaalkantoor in Hilligersberg. En vervolgens ging hij naar de theologische school in Apeldoorn. Door teksten uit de Bijbel kreeg de predikant de overtuiging dat hij dominee moest worden. In 1953 deed hij kandidaatsexamen en werd hij beroepbaar gesteld in de CGK. Na een gemeente in Urk, Middelharnis en Barendrecht kwam hij in 1969 in Sliedrecht. Daar bleef hij op de kansel, tot zijn pensioen.

Keken mensen 55 jaar geleden anders tegen een predikant aan dan nu?

Mevrouw Tanis: ,,Dat is niet zo. Sommige mensen zeggen wel dat de jeugd bijvoorbeeld glad geen eerbied meer heeft. Maar m’n man had daar niet zo’n last van. Hij vond het juist wel fijn dat ze meer open waren.” Hij: ,,De jeugd heeft altijd mijn hart gehad, dat kan ik eerlijk zeggen. Niet omdat ik zo’n beste man ben. En ik heb heel weinig last van ze gehad. Het is goed dat ze leren praten. Je moet de jeugd respecteren. Aan de ene kant sta je boven ze en aan de andere kant ben je gelijk.”

Op de dag dat u afscheid nam van uw gemeente werd u ’s morgens ereburger van Sliedrecht. Wat vond u daarvan?

,,Dat vergeet ik nooit! Mijn dochter Marjan zei ’s morgens: ‘Kom, we gaan eventjes naar de jongens in Sliedrecht. Ik rijd’. Maar ik vond het maar niks. Ik zat met de afscheidsdienst van die middag in mijn hoofd. Maar goed, we reden naar Sliedrecht, over de Stationsweg, richting het gemeentehuis. En ik dacht: ‘We rijden helemaal verkeerd’. We komen daar voor het gemeentehuis en de burgemeester komt naar buiten met zijn ambtsketen om. Onder het genot van een koffie en cake begint de burgemeester opeens te praten. Toen de burgemeester het zei, stond ik er helemaal versteld van. Wat ik ook bijzonder en heel fijn vond, was dat de burgemeester en zijn vrouw ’s middags aanwezig waren tijdens de dienst.”

Mensen hadden wellicht een mening over u, maar hoe kijkt u tegen de mensen aan in Sliedrecht?

,,Het zijn mensen met verschillende schakeringen natuurlijk. Aan de ene kant een openheid en aan de andere kant gesloten. Dan bedoel ik niet dat ze zich als het ware in een bunker terugtrokken. Meer als een karaktertrek. Maar door een gesprek of door omstandigheden kon ik toch een goed zicht op de leden krijgen. Ik heb geprobeerd te luisteren. Verder moet ik zeggen dat het een zeer trouwe gemeente was.”

Waarom stond u zo lang op één plek, in één gemeente?

,,Als ik alles overzie, geloof ik vast dat de Heere me die tijd daar heeft willen hebben. En gezien de omvang van de gemeente was dat ook noodzakelijk. We hebben ons er thuis gevoeld.”

advertentie
advertentie