‘Ik voel me een verbanneling’

13 november 2008 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - De 54-jarige J.E. die dinsdag voor de rechter moest verschijnen wegens ontuchtige handelingen bij een minderjarig meisje uit Sliedrecht, heeft zeven jaar lang ontkend dat hij die handelingen heeft gepleegd. Hij heeft echter in april dit jaar besloten open kaart te spelen. Volgens een lezing van de rechter omdat hij de vader van het slachtoffer wilde behoeden voor het begaan van een strafbaar feit. Hij beaamde dat maar zei later in zijn laatste woord dat hij zichzelf had aangegeven omdat hij het recht wilde laten zegevieren. ,,Er is een knop omgegaan. Ik vroeg mezelf af: Joh, wat heb je toch gedaan in het verleden? Ik voel me nu een verbanneling. Maar goed, het hoort erbij ... ik heb het zelf veroorzaakt en kan het helaas niet meer terugdraaien.”

Ontucht-verdachte bekent na zeven jaar schuld

Door Erik de Bruin

Met het woord verbanneling doelt hij op zijn verhuizing naar een Zeeuws dorp. Zijn huwelijk is zodanig verstoord dat zijn vrouw niet meer met hem in één huis wil wonen. Ze zijn op papier niet gescheiden, maar leven dus wel gescheiden. Hij is de harde realiteit onder ogen gaan zien en heeft via een brief spijt betuigd. Niet alleen aan de inmiddels 18-jarige vrouw uit Sliedrecht (de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden tussen 1998 en 2001), maar ook aan twee andere slachtoffers, waaronder zijn dochter. Laatstgenoemde heeft echter nooit aangifte gedaan en in het geval van het andere slachtoffer was er sprake van een verjaarde zaak. De officier van Justitie haalde die zaak wél aan bij het uitspreken van de eis. ,,Hoewel het tientallen jaren geleden is gebeurd, loopt deze vrouw nog altijd bij een psychiater. Ik vind dan ook dat er sprake is van bijzonder ernstige feiten. U heeft totaal geen rekening gehouden met het meisje terwijl u heel goed wist wat de gevolgen kunnen zijn.” De officier zei ook dat enkel een voorwaardelijke gevangenisstraf geen recht zou doen. De kliniek waar de verdachte momenteel in behandeling is pleit echter voor een werkstraf in plaats van detentie, vandaar dat de eis toch een voorwaardelijke celstraf van zes maanden luidt met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 180 uur. De verdachte, die geen advocaat in de arm had genomen, sputterde nauwelijks tegen. Hij reageerde nog wel op een uitspraak van de officier van Justitie, die het alarmerend zei te vinden dat de man nog altijd gevoelens heeft en derhalve het contact met kleine kinderen mijdt. Hij doelde daarmee op de psychische analyse dat de kans op herhaling op korte termijn weliswaar klein wordt geacht, maar dat het risico voor de lange termijn matig tot hoog is. De verdachte counterde die bevindingen. ,,Ik heb gezegd dat ik afstand wil houden, maar ik heb er nooit achteraan gezegd: omdat ik bang ben dat het weer fout zal gaan. Het zijn moeilijke periodes geweest, maar bij mij is écht een knop omgegaan.”

Uitspraak dinsdag 25 november.

advertentie
advertentie