'Kijk nou eens, die is ineens heilig geworden'

4 april 2010 om 00:00 Nieuws

Kerk in de kroeg

,,Ze zullen wel zeggen: 'Kijk nou eens, die is ineens heilig geworden'. Mensen denken al snel dat iemand die een paar keer gescheiden is, een slecht mens is.” Na de Paasdienst deed Louise Bussing haar verhaal. Wie goed luistert, begrijpt wat ze zocht: liefde en bescherming. Haar moeder was een harde. ,,Ik heb nooit liefde van haar gehad.” Louise weet waarom: oma was ook bikkelhard en opa was jong gestorven, daarom was haar moeder zo hard. De vader van Louise kon er niet tegen. Af en toe vluchtte hij een poosje voor zijn vrouw. Dan was er thuis geen bescherming voor Louise. Vader beschermde haar, totdat haar zusje was geboren. ,,Toen zag hij me niet meer staan!” Ze vertelt: ,,Op school kreeg ik een klap voor m’n smoel en thuis ook! Elke zondagmorgen werd ik om negen uur op straat gezet. Dan ging ik maar naar de kerk, de katholieke of de protestantse. De katholieke vond ik leuker. Ik voelde dat er iets moest zijn. Dat zocht ik. Maar ook: liefde en bescherming.” Zucht… ,,Ik moest wachten tot mijn zestigste. Toen kwam ik in Sliedrecht. Daar gebruikte God mensen waardoor ik Hem leerde kennen.” Ze vertelde over haar tijd in het sanatorium. ,,Vijftien maanden lang! Ik was zes en had TBC. Toen hebben ze mijn beertje gejat. Die oudere meiden moesten me steeds pesten. Een verpleegster was schizofreen en sloeg me om niets. Een rot tijd! Eindelijk kwam ik weer bij moeder. Ik was net thuis en gaf niet snel genoeg het zoutvaatje. Direct had ik een pets te pakken. Op een keer vluchtte ik naar de politie, maar de politie bracht me gewoon weer naar mijn moeder. Die deed helemaal niets. Niemand deed wat. Op mijn achttiende kon ik trouwen. Mijn man had geld genoeg, maar hij was heel deprimerend. Ik was dolgelukkig toen ik een kind kreeg. Aan haar kon ik mijn liefde kwijt. Iets voor mezelf.” Louise hield het niet langer uit dan zestien jaar. Toen kwam de tweede man. Ook met hem bleef ze zestien jaar samen. ,,Hij vertrok met zijn secretaresse. Ik had niets meer. Hij was zo dominant. Hij maakte me bang, trouwens ook mijn eerste man. Ik heb nog steeds angstaanvallen. Als ik bedenk dat ik bij mijn dood in een kist moet. Ja, ik ben claustrofobisch. Af en toe depressief. Maar nu bid ik en dan komt het toch weer goed. Bij Hem vind ik liefde en bescherming. Ik heb nu lieve vrienden en altijd mensen om mij heen. Mensen zullen het wel gek vinden, maar ik denk dat God mij gezonden heeft om voor mensen te zorgen. Zo werkt Hij in me.” Toen ik vroeg of ik de lezers nog iets moest meegeven, zei ze: ,,Laten ze allemaal naar de kroegdienst komen. Er is hier zoveel saamhorigheid en liefde. De gekste mensen stappen hier naar binnen en ze zijn hier allemaal hetzelfde. Heerlijk spontaan! En daarna… een biertje! Nee, mijn humor ben ik niet kwijt geraakt!"

Gerard Vrooland

advertentie
advertentie