Het Kompas kijkt binnen bij een monumentale boerderij in wijngaarden

9 april 2010 om 00:00 Nieuws

WIJNGAARDEN – Het Kompas was deze keer te gast in de monumentale boerderij van Martin Aantjes en Esther Noordermeer aan het Oosteinde in Wijngaarden. We mochten binnenkijken in de woonkeuken, de puberkamers, de bedsteden, de oude kaaskelder, de opkamer en de rest van het woonhuis van de uit 1892 stammende boerderij. We liepen ook rond op het bedrijf bij de koeien, de werkruimtes en op de hooizolder. Het studentenhuis lieten we vanwege de privacy van de bewoners links liggen, maar bij de pensionpaarden en de koe met haar pasgeboren kalfje keken we wel even binnen. Het andere jongvee deelt de stal met de crossmotoren van de zoons en de showtrekker van Martin. We wierpen een blik in ‘t Stalzoldertje dat een schilderes als atelier in gebruik heeft. En in de werkplaatsen en opslagruimtes die verhuurd worden aan derden. Bij het ingekuilde gras staan caravans, een zelfgemaakte aanhanger voor crossmotoren en een oude crossauto gestald. O ja, er staat ook nog een Chevrolet oldtimer van Martin in een loods en er ligt een grote bijna artistiek ogende schroothoop met oud ijzer onder een silo. Met andere woorden: Het Kompas kwam ogen en woorden tekort om alles te beschrijven.

Door Margreet Strijker

Martin Aantjes (47) is net als zijn oudere broers en zus geboren en getogen op de boerderij. Ook de wieg van vader Jan Aantjes stond er al. ,,Mijn opa huurde de boerderij, die later door pa gekocht werd. Mijn vader en ik hebben nog jarenlang samen in een maatschap gewerkt, maar nu wonen mijn ouders in verzorgingshuis Parkzicht. Hun voormalige woning aan de westkant van de boerderij is in gebruik als studentenhuis, maar we hebben hun naambordje met J. Aantjes erop naast de deur laten hangen. Dat vinden we wel leuk.” Het eigen naambordje van Martin en Esther hangt aan de oostgevel, waar de ingang is van de woning waar vroeger opa en oma Aantjes woonden.

Esther (45) trok met haar twee kinderen in bij Martin en zijn drie zoons. Ze zijn inmiddels ruim 11 jaar getrouwd. Dochter Eline (18) studeert modemanagement en woont op kamers, maar Robin (18), Leon en Benjamin (beide 17) en Joël (15) wonen nog thuis. De slaapkamer van Eline met een schitterend uitzicht over de polder is door Esther in gebruik genomen als werkkamer. Een sfeervolle ruimte waarin de kleur rood overheerst. De kamers van de vier jongens geven naast de gebruikelijke puberchaos een goed beeld van hun interesses. Bij trekkerchauffeur en -monteur Robin vooral posters van crossmotoren aan de muur. In de kamer van Leon die op het Grafisch lyceum zit en op een reclamebureau werkt is een Imac (computer voor grafici) verstopt tussen de kussens en kleding en hangt eigen werk aan de muur waaronder een tekening van de boerderij. Esther over haar stiefzoon: ,,Hij is echt goed. Kort geleden schilderde hij een portret van zijn opa en oma. Het heeft een prominent plekje gekregen in Parkzicht.” Zoon nummer drie heeft volgens Esther niks met interieurontwerp. ,,Hij zit nooit op zijn kamer en is er alleen maar om te slapen.” Op het nachtkastje slingeren motoronderdelen, een mobieltje en een schoolboek. De kamer van gymnasiast en muzikant Joël ademt een heel andere sfeer door zijn gitaren en Rubiks kubussen. Ook zit hij er vaak te gamen. Esther: ,,Huiswerk maken doet hij op mijn kamer, maar dit is echt zijn vrijetijdshol.” Martin en Esther slapen in de opkamer, die vroeger in boerderijen vaak als sjieke kamer in gebruik was. De bedstee doet net als in een aantal van de kinderkamers dienst als inloopkast. De vloer bestaat uit 118 jaar oude planken waarin sporen van boktorren en houtworm zichtbaar zijn. De trots van Martin waar hij een jaar of 27 geleden bij een eerdere verbouwing heel veel werk in gestoken heeft. Esther is er minder blij mee. Ze hopt vaak van kleedje naar kleedje omdat de vloer erg koud is door de ligging boven de oude kaaskelder. ,,De muren brokkelen er af vanwege de pekelopslag uit de tijd dat hier nog kaas gemaakt werd. Je kunt het zout nog proeven.”

Hoewel Eline de deur uit is was ze de dag voor het interview even naar huis terug gekomen met drie medestudentes om met behulp van Martin het decor voor een catwalk te bouwen. Martin: ,,Ja, toen hadden we vier paar hoge hakken over de vloer, waarvan er eentje zelfs een lastang in haar handen gehad heeft. Ik heb ze zoveel mogelijk zelf laten doen en dat is heel goed gegaan. Die dag zaten we dus met zijn tienen aan tafel.”

Hij heeft er duidelijk nog lol om en het is dus maar goed dat er een grote eettafel in de ruime woonkeuken staat. Een keuken die overigens niet helemaal af is. De wand boven het aanrecht moet nog betegeld worden en de ramen geverfd, maar er is al heel wat werk verzet. De complete zijgevel is rechtgetrokken, de oostkant van het dak is vernieuwd en een stuk van de binnenstal is bij de keuken getrokken. Het resultaat is een strakke gevel en een gezellige grote woonkeuken met een kookeiland dat tevens als bar in gebruik is. Alles geschilderd in een ouderwetse kleur blauw. De oude balken, die doorlopen tot de boogspanten op de hooizolder zijn weer tevoorschijn gehaald en schoongemaakt. Martin: ,,Ze waren afgetimmerd en bleken nog onder de witkalk te zitten uit de tijd dat hier koeien stonden. De onderkant was weggerot door kwijl en koeienpis. Die witkalk diende om vocht op te nemen en is de voorloper van het whitewashen, dat tegenwoordig zo populair is.” De vermolmde onderkanten van de balken zijn versterkt met ijsselsteentjes. Esther:,, Die hebben we gevonden in de vloer van de oude schuur en hebben we helemaal schoon gebikt. Ze zijn waarschijnlijk afkomstig uit de boerderij die hier voor 1892 stond.” De achtergevel van de hooizolder is vernieuwd en voorzien van het jaartal en een makelaartje. ,,Weet je dat er nog 100 jaar oud hooi op lag? We hebben het uitgeschud en weer geperst. Er was niks mis mee, want de koeien hebben het gewoon opgegeten.” De binnenkant van het dak is bedekt met riet en daar doorheen is goed te zien dat op de westkant de oude en vaak kapotte dakpannen nog liggen.

Alle schuren en bijgebouwen van het bedrijf heeft Martin grotendeels zelf vernieuwd of gebouwd. Daarnaast is hij graag bezig met motoren en zijn oude auto’s en trekkers. ,,De koeien zijn mijn werk, maar mijn lol haal ik uit al die andere dingen.” Het gaat overigens niet alleen om hobby, want leven van alleen de melkopbrengst kan een klein boerenbedrijf als dat van Aantjes al jaren niet meer. Dus halen Esther en Martin innovatief als ze zijn hun inkomsten ook uit pensionpaarden, studentenkamers, werkplaatsen, stalling en atelier. De hoek in de koeienstal onder ’t Stalzoldertje heeft Martin voorzien van grote ramen voor het binnenlaten van daglicht. Die ruimte wordt soms gebruikt voor feesten en bedrijfsactiviteiten. ,,Dat doen we allemaal ook met het oog op de toekomst. Zolang we gezond zijn is boeren goed te doen, maar je hoeft maar iets te krijgen en het gaat niet meer. Zoals het er nu uitziet hebben onze kinderen geen plannen om het bedrijf over te nemen. De oudste zou het kunnen maar zijn interesses liggen elders. En hij ziet dat er met werken in loondienst veel meer vrije tijd overblijft. Anderzijds beseffen ze nu ze wat ouder worden wel steeds meer de waarde van de ruimte en de vrijheid. Ze zien in dat je in een gewoon huis geen plek hebt om aan crossmotoren te sleutelen. Of om een speedboot en een oude Chevrolet op te slaan.”

De westgevel van de boerderij is deels origineel. De bovenkanten van de hoge staldeuren zitten er nog in. En het gedeelte van de stal waar de moeder en haar kalfje staan is ook authentiek. In de grote koeienstal heeft Martin twee grote openingen gemaakt, waardoor er meer licht en frisse lucht binnenkomt en de koeien naar buiten kunnen kijken. Iets waar dankbaar gebruik van gemaakt wordt door de dames.

De originele voorgevel van rode en grijze bakstenen is een voorbeeld van een rijke laat negentiende eeuwse gevelafwerking. Een gegeven dat de boerderij jaren geleden al de nominatie beeldbepalend opleverde. Sinds vorig jaar valt het pand onder gemeentelijke monumentenzorg. Martin: ,,Meestal is het zo dat oude boerderijen worden verwaarloosd zolang het nog een boerenbedrijf is, want dan zijn de middelen en de mogelijkheden vaak niet voorhanden om het goed te onderhouden. De boel wordt pas opgeknapt als de boer eruit gaat. Dit boertje is erin gebleven en heeft het zelf gedaan. Wij zijn ook niet rijk, maar omdat het bedrijf al zolang in de familie is rust er geen grote hypotheek op. En we doen bijna alles zelf.” Esther voegt er lachend aan toe: ,,Ja, op maaien en stront rijden na kan ik inmiddels ook alles. Ik doe meer in het bedrijf dan de boerenvrouwen die hier geboren en getogen zijn. Ik zeg altijd maar: Je hebt mazzel met me.”

Het Kompas blijft op zoek naar binnenkijk adressen in Sliedrecht en Wijngaarden. Heeft of weet u een oud, nieuw, groot of klein huis met een interessante woongeschiedenis of een bijzonder interieur?

Laat het ons weten via telefoonnummer 0184 – 612511 of email kompas.sliedrecht@bdu.nl.

advertentie
advertentie