‘Ik voel me met voorbedachte rade afgeserveerd’

30 november 2011 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - ,,Misschien heb ik wel meer gezegd dan ik had willen zeggen, maar het lucht wel op. Je voelt je mensonwaardig behandeld. Ik miste het afgelopen jaar de bestuurlijke normen en waarden die passen bij Sliedrecht.” Een gesprek van ruim vier uur is uitgemond in een twee pagina’s groot interview. Vlak voor zijn afscheidsreceptie (vrijdag 2 december) en ruim een maand nadat de wethouders en de gemeenteraad zich hebben uitgesproken, kiest Martin Boevée bewust voor dit moment. Hij is openhartig en stelt zich kwetsbaar op. ,,Wat ik mezelf kwalijk neem? Dat ik te veel het voortouw heb genomen om grote, complexe projecten te willen en kunnen uitvoeren. Dat had ik nooit moeten doen. Ik heb te veel gedacht: ‘Laat mij het maar doen.’ Dat deed ik uit betrokkenheid met Sliedrecht, maar ook in opdracht van de gemeenteraad vanwege mijn bestuurlijke ervaring en de vele contacten die ik in de loop der jaren heb opgebouwd.”

Door Erik de Bruin en Alex Monster

Laten we beginnen met het belangrijkste: Hoe gaat het met u? U was vanmorgen weer aan het fitnessen. Steekt u lekker in uw vel?

,,Qua gezondheid zit ik heerlijk in mijn vel. 36 jaar besturen en politiek bedrijven eist in fysiek opzicht zijn tol. Ik ben tientallen jaren niet écht sportief geweest en kreeg signalen dat ik aan mijn lichaam moest denken. De conditie moest weer op peil worden gebracht. Dat is gelukt. Bewegen is gewoon goed voor de mens, daar ben ik de afgelopen maanden wel achter gekomen.”

Lichamelijk voelt u zich goed. Hoe gaat het met de geestelijke gesteldheid?

,,Als je praat over geestelijk dan kan ik dat het beste duiden met één woord: Teleurstelling. Ik ben vooral teleurgesteld omdat ik in het proces van de voorbije periode niet echt de gelegenheid heb gehad mee te werken en mee te denken. Dat voelde alsof ik niet vertrouwd werd. De teleurstelling zit ‘m ook in het feit dat ik niet de kans heb gekregen mijn werk voort te zetten. De wijze waarop het allemaal is gegaan heeft ontzettend veel pijn gedaan. De beschuldigingen waren lasterlijk, het niet communiceren dodelijk. Je weet zelf hoe het zit, dan voelt rehabilitatie goed.”

Wethouder Johan Lavooi zei tijdens de bijzondere raadsvergadering op 24 oktober dat u uw collega-bestuurders op 22 februari had meegedeeld uw politieke portefeuilles neer te willen leggen. Klopt dat verhaal en zo ja, waarom deed u dat?

,,Dat verhaal klopt. Ik gaf binnen het college aan alleen nog mijn wettelijke taken te willen uitvoeren. Dat deed ik omdat ik mezelf in bescherming wilde nemen. Als niemand anders dat doet moet je het zelf doen. De negatieve verhalen rondom mijn persoon, die betrekking hadden op wat zou zijn voorgevallen tijdens het Baggerfestival in 2006 en op de ambtenaar die is ontslagen wegens fraude, waren op dat moment zodanig dat ik van mening was dit besluit te moeten nemen. Ook omdat ik was belast met een aantal zware politiek-bestuurlijke portefeuilles (onder meer Derde Merwedehaven en Het Plaatje, red.) en al een jaar eerder had aangegeven daarvan af te willen. Mede vanwege de hoge werkdruk.”

‘Altijd collegiaal’ zei u tijdens de persbijeenkomst op 11 oktober waarin u bekendmaakte in april volgend jaar vervroegd met pensioen te gaan. U doelde daarmee op de samenwerking met de drie wethouders. Ogenschijnlijk moest u op uw tong bijten. Was die samenwerking wel zo collegiaal zoals u toen verwoordde?

,,Die uitspraak was gebaseerd op de individuele contacten die ik had met mijn collega-bestuurders. In z’n geheel kan ik zeggen dat we, in deze raadsperiode vanaf 2010, niet altijd een team waren. Dat gold ook voor de wethouders onderling. Het gekke is dat ze veel commentaar hadden op de ander en geen vertrouwen in elkaar. Toch hebben ze elkaar blijkbaar gevonden om van mij af te komen. Ik voel me met voorbedachte rade afgeserveerd.”

Volgens de wethouders handelde u solistisch en lag daarin de kern van het bestuursconflict?

,,Tijdens de persbijeenkomst heb ik gezegd dat ik me daar niet in herken en dat doe ik nog steeds niet. De functie van burgemeester kent nu eenmaal solistische kenmerken. Je hoort en ziet veel, waarover je niet altijd kan spreken. Dat is een kwestie van vertrouwen. Je staat er vaak alleen voor. In vorige colleges was er ook wel eens verschil van inzicht, maar dat heeft nooit geleid tot een bestuursconflict. Dat zegt alles over het bestuurder en mens zijn. Een tweede voorbeeld: Er was in het verleden afgesproken dat twee collegeleden betrokken zouden zijn bij een project. Echter, die werkwijze hebben we op een bepaald moment losgelaten. Ten eerste omdat het praktisch niet werkbaar is en daarnaast omdat het feitelijk niet nodig is. Het gebeurt in geen enkele gemeente. Ik ben er altijd een voorstander van geweest in grote mate van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid als collegelid te kunnen werken. Verantwoording leg je af aan de gemeenteraad. Die geeft opdracht, stelt regels en controleert. Ik had en heb geen problemen met de gemeenteraad.”

In het rapport van Tonny van de Vondervoort wordt Het Plaatje expliciet omschreven als hét voorbeeld waarbij u door solistisch handelen uit de bocht bent gevlogen.

,,Als je het in dat kader hebt over solistisch handelen dan is dat proberen tot een resultaat te komen. Aan het dossier wordt al ruim tien jaar hard gewerkt. Mag het dan een keer tot een doorbraak komen!? Ik heb daar mijn nek voor uitgestoken. Klaarblijkelijk had ik dat niet moeten doen en had ik voet bij stuk moeten houden na de gemeenteraadsverkiezingen in 2010. Bij het verdelen van de portefeuilles werd mij verzocht Het Plaatje af te ronden. Ik vond dat niet verstandig gezien de hoeveelheid gevoelige portefeuilles die al op mijn bordje lag, waaronder de Derde Merwedehaven. Daarnaast was ik bezig met het buurt- en wijkgericht werken en het belangrijke dossier ‘Sliedrecht 2010 en verder’. Hierin lag een voorname taak toe te werken naar een ander soort Sliedrecht waarbij de gemeente meer een regisserende rol vervult en veel overlaat aan en verantwoordelijkheid legt bij haar inwoners. Commissaris van de Koningin Jan Franssen vond de hoeveelheid politiek-bestuurlijke portefeuilles onverstandig. Toch kreeg ik Het Plaatje toebedeeld. Dat moest nu eens tot een resultaat komen. Ondanks de complexiteit, wat iedereen beaamt, moest er duidelijkheid komen voor de watergebonden ondernemingen die aan deze clustering mee wilden doen. Van de gemeenteraad heb ik in juni 2010 een standje gekregen dat het lang duurde en dat ik buiten de kaders om opereerde. Door de regio, provincie en ondernemers zijn financiële toezeggingen gedaan. Daar ben ik naar mijn beleving binnen gebleven. In 2010 kwam ook een miljoenenbijdrage van het ministerie van Economische Zaken in beeld. Zo zie ik Het Plaatje. Ik heb geprobeerd het voortouw te nemen, maar dat moet je ook worden gegund, zo blijkt.”

In een ander complex dossier, De Derde Merwedehaven, werd u geroemd om uw voortrekkersrol.

,,Het is mij niet duidelijk waarom mij deze rol bij Het Plaatje niet werd gegund en bij DMH wel. Het ene kwam wellicht politiek wel uit en het andere niet. Ik zou het niet weten.”

Is er een politiek spel gespeeld?

,,Ja. Tussen de wethouders en de coalitiepartijen zijn afspraken gemaakt, dat kan niet anders. Nadat het rapport van Van de Vondervoort was verschenen ben ik voor een gesprek uitgenodigd met de fractievoorzitters. Na vijf minuten werd echter een verklaring voorgelezen. Len van Rekom (fractievoorzitter van oppositiepartij VVD, red.) vroeg nog: ‘Is dit de bedoeling? We zouden toch een gesprek hebben?’ De fractievoorzitters van de coalitiepartijen hebben geen enkele moeite gedaan voor hoor- en wederhoor.”

Toen eind maart naar buiten kwam dat sprake was van een vertrouwensbreuk tussen de burgemeester en de wethouders leek dit een geregisseerd verhaal om u te beschadigen.

,,Dat ik bewust pootje ben gelicht heb ik destijds niet zo ingeschat. Nu voel ik dat wel zo. Ik kan het helaas niet anders zien.”

U zegt dat u de afgelopen maanden diverse pogingen heeft ondernomen om een gesprek te arrangeren met de wethouders. Hans Tanis bestrijdt dat en verklaarde 24 oktober dat u zelf twee keer een gesprek heeft afgezegd. Hoe reageert u daarop?

,,Er waren geen rechtstreekse contacten vanwege het feit dat de wethouders in maart al hadden aangegeven geen behoefte te hebben aan een gesprek dan wel overleg. De contacten, noem het bemiddeling, om tot een gesprek te komen liepen via Dick van Meeuwen, als nestor en vice-voorzitter van de gemeenteraad. Het liep vrij stroef. Echter, op een gegeven moment belde Dick mij dat het alsnog zou kunnen. Een dag voorafgaand aan het gesprek stond er een artikel over de onderzoeken in AD/De Dordtenaar waarin Hans Tanis werd geciteerd. Hij zei vertrouwen te hebben in zijn collega-wethouders en in zichzelf. Dat vond ik fnuikend, temeer omdat iedereen zich had gecommitteerd aan de afspraak naar buiten toe niets te zeggen. Om die reden heb ik het gesprek afgezegd. Overigens heb ik naar de kranten, radio en tv en in persoonlijke gesprekken altijd aangegeven graag tot overleg met de gemeenteraad en het college bereid te zijn. Diverse bemiddelaars, binnen het bestuur en vanuit de samenleving, hebben geprobeerd tot bemiddeling te komen. Jammer genoeg zonder resultaat. Ook na mijn rehabilitatie kwam geen overleg tot stand. Waarom niet? Wat heb ik zo verkeerd gedaan? Bewust niet communiceren ofwel praten is dodelijk in bestuurlijke functies.”

Toen u de bevindingen van de waarnemend burgemeester las wat was toen uw eerste reactie?

,,Dat ze de opdracht van Commissaris van de Koningin Franssen anders heeft uitgelegd en uitgevoerd dan mijns inziens de bedoeling was. Hij heeft haar verzocht zich te oriënteren op de ambtelijke en bestuurlijke organisatie en te kijken naar verdere mogelijkheden van samenwerking. Wat ze echter heeft gedaan is een eenzijdige beschrijving geven van de politieke realiteit. Daarbij wordt alles opgehangen aan één dossier (Het Plaatje, red.) van de burgemeester. Ze schrijft in feite toe naar mijn vertrek. De slotconclusie laat ze weliswaar open, maar zo ervaar ik het wel. Waarom ze het zo heeft gedaan weet ik niet. Ik denk dat ze geen andere mogelijkheid zag omdat de stellingen binnen de coalitiepartijen al betrokken waren. Graag had ik, op basis van een tussentijds verslag, gesproken over mogelijke vervolgstappen. Het is helaas anders gelopen.”

Bent u zo lastig?

,,Ik ben niet altijd gemakkelijk. Onze karakters botsten wel eens. Mijn werkwijze is contacten leggen, participeren en zaken bespreekbaar maken. We verwachten in de vorm van burgerparticipatie veel van de samenleving, maar dan moet je wel uit je ivoren toren komen en naar die samenleving toe stappen. Doe je dat niet, weet je geen sterke gemeenschap te vormen die vraagstukken zelf kan oplossen, dan red je het nooit als gemeente zelfstandig te blijven. Dan ben je in de toekomst overgeleverd aan de landelijke overheid in Den Haag. Die wil namelijk maar één ding: veel taken naar gemeenten, maar wel gróte gemeenten. Met andere woorden: grootschalige herindeling. De crux is dat binnen het huidige gemeentebestuur een andere denkwijze en houding is ontstaan. Een denktrant van verzakelijking. Hoe blijft een beetje schimmig, maar het heeft alles te maken met meer afstand tot de samenleving. Dit tast mijns inziens het dorpse karakter aan. Met een meer bedrijfsmatige aanpak ben ik het eens, zakelijkheid is wat anders.”

Onze oud-collega Leo van Teeffelen vroeg u in 2003 een jaar na uw aanstelling of u al spijt had? Hoe zou u die vraag nu beantwoorden? Met welk gevoel kijkt u terug?

,,Met een goed gevoel, absoluut. Spijt heb ik nooit gehad. Integendeel. Ik kon hier mooi werk verrichten, de uitdaging was groot. Ik heb Sliedrecht leren kennen als een bijzondere gemeenschap. Dat wist ik toen al en dat weet ik nu nog veel beter. Het is een veelkleurige samenleving. Zeer betrokken, maar wel in groepen. Met als kernbegrip religie. Het was de kunst evenwicht te vinden tussen religieus en niet-religieus. Ik wilde de burgerlijke en kerkelijke gemeente samenbrengen. Als burgervader, wat ik absoluut geen vies of populistisch woord vind, koester ik het begrip: Sliedrecht in balans. Als je dan mensen letterlijk hoort zeggen dat de gemeenschap uit balans raakt doet dat pijn, verschrikkelijk veel pijn. Dat is namelijk mijn doelstelling geweest, daar heb ik tien jaar hard aan gewerkt. In een open communicatie, respectvol en zonder verborgen agenda. Zaken die bij mijn herbenoeming als positieve dingen zijn genoemd. Tellen ze niet meer? Vanwege deze eigenschappen ben ik aangesteld.”

U bent letterlijk tot tranen toe geroerd. Dat dit u veel verdriet doet hoeft u in woorden niet meer uit te drukken.

,,Tijdens het raadsdebat op 24 oktober - waar ik niet bij ben geweest, maar wat ik wel via internet live heb gevolgd - heb ik vaak het woord familiecultuur horen vallen. Als je daar een negatieve lading aan geeft zit je zó fout in je benaderingswijze. Koester de samenleving als een gezin! Ik ben in 2002 burgemeester geworden in Sliedrecht omdat ze iemand zochten met gevoel voor de samenleving. Sliedrecht is een samenleving waar mensen het ook graag met elkaar willen oplossen. Was het zo verkeerd dan dat ik dat met hen mee wilde doen? De warmte van de gemeenschap heb ik in de afgelopen tien jaar als heel positief ervaren. Dat was het belangrijkste. De rest is materieel, dus vergankelijk.”

U heeft er ongetwijfeld ook thuis mee geworsteld?

,,Natuurlijk. Je bent eenzaam in de verwerking. Je wilt je naasten er niet mee belasten, maar hoe doe je dat? Hoe verwerk je zoiets in je eentje? Ik heb het geprobeerd door in de spiegel te kijken. Maar dat heeft alleen zin bij een goede reflectie van en met anderen. Uiteindelijk doe je dat met je vrouw, je kinderen, je vrienden en hen die om je heen staan. Wat ik mezelf kwalijk neem is dat ik te veel het voortouw wilde nemen in complexe projecten. Ik heb te veel gedacht: ‘Laat ik het maar doen.’ Dat had ik nooit moeten doen.”

De samenleving heeft u niet in de steek gelaten. De actie ‘Ketting weer om Boevée’ is daar een goed voorbeeld van.

,,Die acties heb ik zeer gewaardeerd. Het heeft me heel veel gedaan en mijn vrouw en kinderen nog veel meer. Toch zeg ik er meteen bij: het wezenlijke probleem los je er niet mee op. Ga in gesprek, zet je niet af tegen. Sta open voor de ander! Omdat ik geen spelbreker wil zijn zou ik ook wil zeggen: Ga aan de slag met de wethouders. Alles is bespreekbaar, hoort bespreekbaar te zijn, zegt ons vastgestelde beleidsplan Communicatie. Ik koester geen wrok en ben hooguit teleurgesteld. Deze bestuurscrisis was volgens velen niet nodig geweest. Of mij onrecht is aangedaan? Dat vind ik wel. Ik had mijn werk de komende twee jaar op een goede manier willen afmaken, daar worstel ik mee. Aan de toekomst van Sliedrecht had ik graag een steentje bijgedragen.

De gemeente van de toekomst is wat mij betreft nog steeds een zelfstandige gemeente, met een beperkte, op de behoefte van de inwoners afgestemde, dienstverlening en activiteiten op buurt- en wijkniveau. De overige gemeentelijke taken worden vanuit een gezamenlijke regionale organisatie uitgevoerd. Hiermee is de eigenheid gewaarborgd en wordt de betrokkenheid vergroot. Misschien een droom, maar nastrevenswaardig.”

Wat verwacht u van uw eigen toekomst?

,,Ik heb bijna veertig jaar gewerkt, maar mijn loopbaan vind ik nog niet af. Ik heb nog ontzettend veel inspiratie en heb dan ook het verzoek gedaan aan de Commissaris van de Koningin om nog ergens te mogen functioneren als waarnemend burgemeester. Mocht dat niet lukken dan hoop ik me in te mogen zetten voor advies en bemiddeling van personen en organisaties. Mede omdat ik gekozen heb voor een eigen oplossing, die de Sliedrechtse samenleving geen geld kost, maar die ik wel in mijn portemonnee (lees: mijn pensioen) voel. Ik neem met opgeheven hoofd afscheid. Ik heb veel gezegd, meer dan ik mezelf had voorgenomen. Het blijft een afscheid met een glimlach!”

advertentie
advertentie