'Vreemd, er lijkt niemand thuis te zijn'

17 januari 2012 om 00:00 Nieuws

Buurttoezicht staat al flink op de rails

SLIEDRECHT - Wijkagent Klaas Blokland blaast even uit. Na twee woninginbraken in Sliedrecht-West ziet hij nét kans aan de andere kant van het dorp 'wachtcommandant' Willem Smit te bezoeken. Die heeft namelijk een journalist over de vloer. Uitgenodigd om een impressie te krijgen van het buurttoezicht dat half november van start is gegaan. Iedereen blijkt dolenthousiast.

Door Erik de Bruin

,,Wij als politie zijn dat zeker'', vertelt Blokland, die in augustus een balletje opgooide op de website van het wijkplatform. Willem was de eerste die reageerde. Hij heeft de taak op zich genomen van coördinator. Zijn woonkamer is ingericht als een soort meldkamer. ,,Vandaar dat Klaas mij gekscherend wachtcommandant noemt.'' Het is nog vroeg in de avond. Blokland laat voorlopig verstek gaan omdat in West werk aan de winkel is. In Oost is het rustig. ,,We lopen nu twee maanden door de Grienden, Vogelbuurt Noord- en Zuid en het Middenveer. In die periode is slechts één inbraak geweest. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat het door onze aanwezigheid komt, maar je merkt wel dat de bewustwording is toegenomen. In het begin was het echt verschrikkelijk, zeker in de Grienden. Mensen vroegen er gewoon om. Geen verlichting in de avonduren zodat inbrekers zeker weten dat er niemand thuis en, ik zal het je laten zien, soms laten ze gewoon een ladder naast de schuur staan. Als je aanbelt en mensen erop wijst, wordt dat meestal enorm gewaardeerd. Niet altijd, mensen vragen zich ook wel eens af waar we ons mee bemoeien, maar over het algemeen krijgen we positieve reacties.''

Terwijl hij honderduit praat over het buurttoezicht coördineert hij tegelijkertijd de eerste dienst. Hij kijkt naar het lijstje dat is opgesteld naar aanleiding van de meldingen die Gerard en Gerrit hebben doorgegeven. Ze wandelen anderhalf uur door de Grienden. Als ze zich in de buurt van Willems huis bevinden stapt de verslaggever op ze af. Om vervolgens nog een aantal straten door te lopen. In de Overlaat staat een slaapkamerraam een aantal centimeters open. ,,Vreemd, want er lijkt niemand thuis te zijn'', merkt Gerrit op. Zijn maat belt aan. Niemand doet open. ,,Dan maar een kaartje door de bus en het volgende koppel vragen of ze later op de avond nog een keer willen gaan kijken. Willem zal morgen overdag ook nog wel langsgaan. Gewoon om mensen er bewust van te maken dat ze rekening dienen te houden met zulke zaken. Door onachtzaamheid nodig je dieven uit'', aldus Gerard, die besluit het zekere voor het onzekere te nemen en bij de buren aanbelt. Daar brandt wel licht, maar er is niemand thuis.

Tijd dus om terug te keren naar de 'meldkamer'. Echter, vanuit het badkamerraampje van het huis dat 'onze' aandacht trok worden 'we' ineens aangesproken. De dochter des huizes tuurt naar buiten. Ze vraagt zich af waarom we met zaklantaarns rond het huis schijnen. Gerard draait zich om en laat zien dat hij vrijwillig buurttoezichthouder is. Vanzelfsprekend wijst hij het meisje op het raam dat op een kier staat. Ze bedankt ons voor de attente raad en wenst ons succes met onze ronde, die bijna ten einde is. Willem zit al op ons te wachten. Voor een wisseling van de wacht. Wim Baardman en Theo Veer, twee oudere Sliedrechters, staan klaar om de dienst over te nemen. Ze duiken de Vogelbuurt in. ,,Gelukkig is het droog'', zegt Theo. ,,Maar een buitje deert ons niet, hoor. We hebben al een aantal buien over ons heen gehad. Weer of geen weer, het is ontzettend leuk als je iets kan betekenen voor de buurt.''

'Tussen de oren'

,,Als je, zoals ik, de hele dag in de auto zit, is het heerlijk 's avonds een flinke wandeling door de wijk te maken. Je maakt een praatje met mensen en maakt hen attent. Wij zijn de ogen en oren van de wijk, dat is leuk om te doen.'' In dit geval maken Gerard en Gerrit Klaas Blokland, die net binnenstapt, attent op een grasveldje dat aan een sloot ligt, maar ook aan een woning grenst. ,,Vanaf dat grasveldje kan je zo in de achtertuin komen. Dat zou eigenlijk eens naar gekeken moeten worden.'' Willem pakt het op. Hij zegt er de volgende dag heen te gaan. De bewoner zou aangemoedigd kunnen worden net als zijn overbuurman een afrastering aan te leggen. ,,Maar wellicht behoort de gemeente wel iets te bedenken omdat het grasveldje gemeentelijk bezit is.'' Hij belt de gemeente wel vaker. Blokland noemt het een goede zaak dat de gemeente meewerkt: ,,Het is bij de ambtenaren tussen de oren komen te zitten. Als het buurttoezicht bijvoorbeeld een kapotte lantaarnpaal of een losse stoeptegel heeft opgemerkt, wordt dat probleem binnen 24 uur verholpen. Op die manier hebben ze het gevoel dat ze serieus worden genomen. Wij als politie hechten er ook veel waarde aan. Hoe het vorm heeft gekregen, is grandioos. Het gaat goed, maar dan goed zelfs. Willem steekt er als coördinator veel tijd in, maar dat geldt ook voor de zestien buurtbewoners die 's avonds door de wijken lopen. Als we straks een periode ingaan dat het langer licht is, gaan we bespreken wat het buurttoezicht nog meer zou kunnen doen.'' Willem: ,,Het idee is al opgevat met vutters ook overdag door de wijk te lopen. Op dat tijdstip zie je weer andere dingen. Je kan bijvoorbeeld ook in geparkeerde auto's kijken of daar niet allerlei waardevolle spullen in liggen die uitnodigen het voertuig open te breken.'' ,,Waar we ook aan denken is onze actie met vakantiekaarten over te dragen aan het buurttoezicht'', haakt Klaas in. ,,Als de buurttoezichthouders weten dat bewoners lange tijd van huis zijn kunnen zij de woning van buiten in de gaten houden.''

Het zijn nog gedachtespinsels. Voorlopig bewijzen de zeventien buurttoezichthouders (aan het begin werd het team gevormd door twaalf bewoners) de politie al een goede dienst. ,,Door bij te dragen aan bewustwording en positieve beeldvorming. We hebben er als politie nauwelijks werk aan. We praten één keer in de week bij, tonen onze betrokkenheid en zorgen voor achtervang. Als er iets gebeurt schakelen ze ons direct in.'' ,,Of al een keer iets verdachts of spannends is gebeurd? Eén keer. Er ging een autoalarm af waarna we een jongen weg zagen lopen. Hij bleek echter haast te hebben om de bus te kunnen halen. Het alarm was afgegaan door de wind. Voor de rest is het rustig geweest, ook rond de jaarwisseling.''

advertentie
advertentie