'Speciaalzaken zullen altijd blijven bestaan'

8 februari 2012 om 00:00 Nieuws

De geschiedenis van de slijterij is indrukwekkend. Jacob Boer heeft voor het interview een vergeeld document opgezocht, dat hij met gepaste trots laat zien. ,,Dit is de gemeentelijke vergunning die Cornelis Boer, mijn grootvader, heeft gekregen in 1907 toen hij een slijterij begon. Op dezelfde locatie waar we nu zitten. De winkel is twee keer verbouwd en daardoor vier keer zo groot geworden, maar nooit verhuisd. Kijk, hier staat een handtekening van de heer Ypey, de toenmalige burgemeester. Ik denk dat ze bij de gemeente best wel een beetje jaloers zijn op dit 105 jaar oude document.''

SLIEDRECHT - Slijterij Boer op de Kerkbuurt-West sluit zaterdag 3 maart haar deuren. ,,Aan alle mooie dingen komt een eind'', zegt Leon Boer, die de familiezaak de voorbije twee decennia met zijn ouders heeft gerund. ,,Pa en ma gaan van hun pensioen genieten. Dat hebben ze na al die jaren dik verdiend. Voor mezelf is het tijd een nieuwe stap te zetten, wel ben ik ontzettend blij dat ik de eerste twintig jaar van mijn werkzame leven met mijn ouders heb mogen werken.'' Door Erik de Bruin

Timmerman

Maarten Boer, de zoon van Cornelis, nam de zaak in 1954 over. Jacob: ,,Hij was van beroep timmerman en besteedde de helft van zijn tijd aan de slijterij. Ik ben hier opgegroeid. Totdat ik met Bertie trouwde en ging samenwonen heb ik in de winkel gewoond.'' De 68-jarige ondernemer, die al 45 jaar voor zichzelf werkt, wilde eerst op eigen benen leren staan. ,,Na school heb ik eerst een jaar voor een verzekeringsmaatschappij gewerkt. Ik wilde echter iets in het slijtersvak doen en kwam terecht op de wijnafdeling van De Bijenkorf, wat toen nog een heel exclusief warenhuis was waar je bijvoorbeeld Annie M.G. Schmidt tegenkwam, maar ook de burgemeester van Rotterdam. Daar heb ik veel geleerd, ik heb er bijna al mijn vakdiploma's gehaald. Na mijn diensttijd heb ik een leidinggevende functie uitgeoefend bij een slijter aan de Nieuwe Binnenweg. Lang heeft dat niet geduurd. In 1970 ben ik compagnon geworden van mijn vader. Veel eerder dan de bedoeling was, maar dat kwam omdat mijn moeder op jonge leeftijd stierf. In zijn eentje kon hij het niet bestieren.''

'Tweede huis'

In 1992 herhaalde de geschiedenis zich. In die zin dat wederom een nieuwe telg van de Boer-familie zich aandiende om van het ondernemerschap te proeven. Niet oudste zoon Martin, maar zijn jongere broer Leon. Echt verrassend was dat niet. Jacob: ,,De slijterij was een soort tweede huis voor de kinderen. Hun wieg heeft letterlijk tussen de drankflessen gestaan. Na school fietsen ze niet naar huis, maar kwamen ze naar de slijterij om nog wat hand- en spandiensten te verrichten. Martin probeerde dat wel eens te omzeilen omdat hij andere dingen wilde doen, Leon hoefde je niet te motiveren. Die vond het geweldig om mee te werken in de winkel en fysieke klusjes op te knappen.'' Leon knikt: ,,Ik heb van jongs af aan geroepen dat ik later in de slijterij wilde werken. Waarom? Geen idee eigenlijk. Ik had een broertje dood aan leren en wilde na de middelbare school zo snel mogelijk praktijkervaring opdoen. Nergens leer je zoveel als wanneer je voor jezelf werkt. Om het hoofd boven water te houden moet je constant met je vak bezig zijn. Door gemotiveerd te zijn gaat dat bijna vanzelf. Ik kreeg een keer bij een wijnlezing vijftig vragen voorgelegd. Alle vragen wist ik goed te beantwoorden terwijl ik daar van tevoren niet op had gestudeerd. Gewoon vakkennis.''

Levensgenieters

Hij vervolgt: ,,Kennis en service zijn ons visitekaartje. Je verkoopt producten, maar vooral jezelf. Trouwe klanten stappen bij ons binnen voor advies. Welke wijn past bij deze maaltijd en hoeveel drank heb je nodig als je een feestje houdt voor zoveel mensen? Die inschatting kunnen wij heel snel maken.'' ,,Dat is onze meerwaarde ten opzichte van bijvoorbeeld een supermarkt'', vult zijn vader aan. ,,Speciaalzaken zullen mijns inziens altijd blijven bestaan. Als je maar hard genoeg werkt, maar dat geldt voor alles. Wij hebben er altijd een goede boterham mee kunnen verdienen.'' Naast een harde werker is hij ook een levensgenieter. ,,Vroeger, toen de kinderen nog klein waren, konden we nooit weg. De winkel moest altijd open zijn: zes dagen per week, van negen tot zes. Mijn vrouw en ik hebben toen wel gesteld: in de zomer gaan we hoe dan ook drie weken dicht en gaan we op vakantie naar een land waar het gegarandeerd mooi weer is. Dat gunden we onszelf en de kinderen. Het feit dat we achttien dagen gesloten waren, kostte meer geld dan de hele vakantie bij elkaar, maar dat namen we voor lief. Ik zei altijd: als je het niet in 49 weken kan verdienen, lukt het ook niet in 52 weken.''

'Geen opvolger gevonden'

Leon kan zich herinneren dat het gekozen vakantieoord meestal Spanje was. ,,De laatste jaren reizen mijn ouders een stuk verder. Ze hebben bijna overal ter wereld deelgenomen aan excursies. De komende jaren zullen ze daar ongetwijfeld vrolijk mee doorgaan. Zuid-Afrika en Australië staan volgens mij nog hoog op hun verlanglijstje.'' ,,Klopt'', lacht Jacob. ,,Daar zou je heen moeten gaan in de winter omdat het daar dan zomer is. Als we met pensioen zijn kun je er in de winterperiode wel vier weken op uit trekken.'' De sluiting van de slijterij beleeft hij redelijk nuchter. ,,Het is niet anders. We hebben lang geprobeerd een opvolger te vinden, maar dat is door de economische omstandigheden niet gelukt. Winkeliers willen wel, maar de bank stelt te hoge voorwaarden bij het sluiten van een lening. Voor onszelf wordt het gewoon de hoogste tijd. Ik heb altijd gezegd dat ik tot mijn zestigste zou werken. De tijd heeft de afgelopen jaren vrolijk doorgetikt. Ik ben inmiddels 68 en Bertie, mijn vrouw, is 67.''

'Geen treurig verhaal'

Leon richt zijn vizier op het paramedisch trainingscentrum van zijn vrouw, dat een steeds hogere vlucht neemt en onlangs is verhuisd naar een groter pand. Hij heeft nog meer noten op zijn zang als zelfstandig ondernemer. Het woord slijter kan over een maand van zijn kaartje worden geschrapt. ,,Natuurlijk doet ons dat wat. Aan de andere kant willen we geen treurig verhaal in de krant. Dat doet ook geen recht aan de situatie. We stoppen niet omdat het niet meer loopt. De slijterij is nog steeds rendabel. De reden is dat we een ander weg inslaan. Ik op zakelijk gebied, mijn ouders privé. Ze gaan van hun pensioen genieten. Aan alle mooie dingen komt een eind, zo simpel is het eigenlijk, al zullen we op 3 maart best een traantje wegpinken. Met z'n drieën, moeders hoort er ook bij. Zij is een onmisbare schakel.'' Jacob: 'Handen uit je zakken, jongen, de baas komt eraan'', grapte ik altijd als Bertie binnenkwam. Het is een mooie tijd geweest.''

advertentie
advertentie