Vrouwen ontkennen zware mishandeling in kelderbox

SLIEDRECHT - Omdat nog twee getuigenverhoren moeten plaatsvinden hoorden de twee vrouwen die ervan worden verdacht in de vroege morgen van vrijdag 2 november 2012 in Sliedrecht een 18-jarige vrouw uit Rotterdam ernstig te hebben mishandeld, dinsdagmorgen nog geen straf eisen in de Dordtse rechtbank. De schorsingsverzoeken van hun advocaten werden afgewezen. Dit houdt in dat ze in elk geval tot de inhoudelijke rechtszitting op 4 april in hechtenis blijven.

Door Erik de Bruin

De mishandeling vond plaats in een Sliedrechtse kelderbox. De eigenaresse, een 22-jarige vrouw, werd na de aangifte van het slachtoffer ook aangehouden, maar ze is ontslagen uit haar voorarrest. De Sliedrechtse werd min of meer overvallen door de twee andere vrouwen, die de 18-jarige Rotterdamse hadden meegelokt en haar meenamen naar de kelderbox. Daar werd het slachtoffer onderworpen aan een soort kruisverhoor. De officier van Justitie sprak van zware mishandeling met voorbedachte rade. Het slachtoffer werd vastgebonden en vervolgens geschopt en geslagen waarbij ook met een stok op haar benen is geslagen en brandende sigarettenpeuken in haar gezicht zijn uitgeduwd. Hoewel de verklaring van het slachtoffer wordt ondersteund door de verklaring van de Sliedrechtse ontkennen beide vrouwen dat ze dit op hun geweten hebben. Ze ontkennen zelfs die ochtend of beter gezegd nacht in Sliedrecht te zijn geweest. De raadsvrouw van de hoofdverdachte, een 26-jarige vrouw uit Zwijndrecht, vroeg zich hardop af wat het motief is geweest. ,,Ze had het al uitgemaakt met haar vriend. Bovendien wisten ze van elkaar dat ze met anderen gingen.'' De vrouw, die een café runt in Rotterdam, zou het slachtoffer hebben uitgehoord omdat ze het vermoeden had dat de Rotterdamse een affaire had met haar vriend. Daarbij schuwde ze volgens bovengenoemde verklaringen niet geweld te gebruiken. De andere vrouw, een 27-jarige Rotterdamse, zou hebben toegezien hoe haar stadsgenoot ernstig werd toegetakeld door haar bazin. Ze werkt achter de bar in het café om haar kinderen in Roemenië te kunnen onderhouden. ,,Ze kan haar kinderen al niet zien en nu wordt ook de geldkraan dichtgedraaid'', hield haar advocaat de rechters voor. Op basis van 'dringende persoonlijke omstandigheden' drong hij erop aan de voorlopige hechtenis (ze zitten vast sinds hun aanhouding begin november) te schorsen. Zijn collega deed hetzelfde verzoek zodat haar cliënte belangrijke zaken kan regelen om te voorkomen dat haar toko ten onder gaat. Vanwege deze rechtszaak is de vergunning namelijk ingetrokken. Beide raadslieden ontvingen nul op het rekest. De rechtbank zat op één lijn met de officier van Justitie en gaf na kort beraad aan dat hun persoonlijke belangen niet opwegen tegen het strafvorderlijk belang. Er is sprake van een geschokte rechtsorde. De feiten waarvan ze worden verdacht zijn te ernstig en kunnen leiden tot celstraffen die een voorarrest van een halfjaar overstijgen. Dit geldt zowel voor de verdachte die de geweldshandelingen heeft verricht in de kelderbox als haar 'hulpje'.