DMH: Justitie stelt geen strafvervolging in (uitgebreider artikel)

15 maart 2013 om 00:00 Nieuws

Geen bewijs van

gevaar voor

volksgezondheid

SLIEDRECHT - Het strafrechtelijk onderzoek dat het Openbaar Ministerie in april 2012 is gestart naar mogelijke strafbare feiten bij de stort van onverpakt asbesthoudend materiaal op de Derde Merwedehaven leidt niet tot strafvervolging. Dat staat vermeld in de brief die Stichting Werkgroep Derde Merwedehaven (zij heeft in maart 2011 aangifte gedaan) afgelopen woensdag heeft gehad van de officier van Justitie die leiding gaf aan het onderzoek.

Door Erik de Bruin

Volgens het OM is geen bewijs voorhanden dat vanaf 1 januari 2006 sprake is geweest van onrechtmatige acceptatie van afvalstoffen dan wel fraude met begeleidingsformulieren. Ook is er volgens Justitie geen bewijs dat de volksgezondheid in gevaar is gebracht als gevolg van werkzaamheden op de stortplaats. ,,Uit de beschikbare gegevens in het onderzoek kan het in de lucht of op de bodem geraken van asbestvezels niet worden vastgesteld", zo is te lezen in de brief. Er wordt zodoende geen vervolging ingesteld tegen noch de provincie noch exploitant Delta B.V. De werkgroep zegt deze beslissing te respecteren, maar plaatst wel diverse kanttekeningen bij de argumenten die hieraan ten grondslag liggen. Onder andere omdat Justitie op basis van haar bevindingen heeft besloten dat er geen aanleiding is de onderzoeksperiode uit te breiden. Het onderzoek dat TNO in opdracht van Gedeputeerde Staten heeft verricht naar de stort van onverpakt asbesthoudend materiaal strekte zich uit tot de opening van de afvalberging in 1993.

'Tekortkomingen'

Om het feitenonderzoek van TNO is de afgelopen maanden veel te doen geweest. De gemeenteraad van Sliedrecht schreef het provinciebestuur eind januari hevig ontstemd te zijn over het jarenlange gebrek aan handhaving. Milieugedeputeerde Rik Janssen werd bekritiseerd omdat hij volgens de fracties in het baggerdorp eind november na de bekendmaking van het TNO-rapport geen verantwoording heeft genomen en alleen naar de toekomst kijkt. De kritische of beter gezegd boze brief vloeide voort uit de beraadslagingen die begin januari werden gevoerd. Er werd op 8 januari een speciale raadsvergadering gehouden vanwege de bevindingen van milieuexpert Johan Vollenbroek, die concludeerde dat TNO het feitenonderzoek slechts gedeeltelijk heeft vervuld omdat het archief van Delta niet is geraadpleegd. De exploitant gaf hier geen toestemming voor. Ook stelt Vollenbroek dat de provincie steken heeft laten vallen bij de handhaving van verpakt en onverpakt asbesthoudend afval. Tijdens het provinciale debat op 6 februari werd de reactie van de gedeputeerde door de meeste fracties in Provinciale Staten voor zoete koek geslikt. Janssen erkende dat het anders en beter had gemoeten. Hij sprak van tekortkomingen omdat niet alle handhavingsacties waren omschreven en niet alle bezoekrapporten bewaard zijn gebleven. Ook zei de gedeputeerde dat de vergunningverlening transparanter had gemoeten en dat er consequenter en systematischer gehandhaafd had moeten worden. Over Delta zei hij dat GS omwille van de snelheid heeft besloten niet te procederen, maar af te wachten waar Justitie mee komt. De ogen waren vanaf dat moment gericht op de uitkomsten van het strafrechtelijk onderzoek. ,,Het Openbaar Ministerie heeft meer bevoegdheden en kan daardoor dieper graven dan wij", zei Janssen op 6 februari. ,,In combinatie met de uitkomsten van het TNO-onderzoek ontstaat een compleet beeld. Mij is een indicatie gegeven dat het OM in het voorjaar de uitkomsten naar buiten hoopt te brengen." Nu Justitie (iets eerder dan verwacht) kenbaar heeft gemaakt geen strafvervolging in te stellen lijkt het boek te kunnen worden gesloten, al beraadt de werkgroep zich nog of zij een schriftelijk beklag indient. ,,Ondanks dat we ons gaan beraden over de beslissing van het OM realiseren we ons wel dat het doel dat we hebben gesteld bij de oprichting van de werkgroep is bereikt, namelijk: de Derde Merwedehaven is dicht en mag geen afval meer storten. Er wordt de komende jaren wel afdekkingmateriaal aangevoerd, maar wij gaan er van uit dat zowel de vergunningverlening als handhaving zich realiseert dat wij op het vinkentouw blijven zitten", aldus het bestuur van de werkgroep.

Open wond

Overigens is ook Stichting De Overkant geïnformeerd door de officier van Justitie. Zij heeft in september 2011 aangifte gedaan nadat de politieke partijen PRO Sliedrecht, PvdA en VVD de handen ineen hadden geslagen. Ze wilden een stap verder gaan dan de rest van de gemeenteraad en richtten een stichting op om zich aan te kunnen sluiten bij de werkgroep. Het eindresultaat is identiek. De provincie trekt bij monde van Rik Janssen, die in de betreffende periode nog geen gedeputeerde was, het boetekleed aan voor inconsequent handhaven. Dat is alles; niemand hoeft te bloeden. Wel blijft het een open wond hoe het kan dat de provincie bij een hoorzitting in oktober 2010 in De Lockhorst aangaf dat van januari 2003 tot juni 2010 in totaal 1.900 ton asbesthoudend materiaal los is gestort terwijl dit in werkelijkheid (hetgeen drie maanden later bekend werd) 131.000 ton bleek te zijn. De storm die daarna opstak zal nu, twee jaar later, waarschijnlijk gaan liggen. Het verleden verdwijnt letterlijk onder een laag grond.

'Gerustgesteld of toch niet?'

Een juridisch staartje behoort nog wel tot de mogelijkheden. Stichting De Overkant vraagt zich af of zij nu gerustgesteld kan zijn of toch niet. ,,De conclusie van het OM komt erop neer dat er geen bewijs is gevonden van onrechtmatige acceptatie van afvalstoffen of fraude met begeleidingsformulieren. Dit zou betekenen dat wij ons de afgelopen jaren ten onrechte zorgen hebben gemaakt over het gevaar dat de inwoners van Sliedrecht hebben gelopen en zullen lopen", aldus voorzitster Hanny Visser-Schlieker. Ze laat weten dat binnen de stichting de twijfel toeslaat als blijkt dat alleen de periode 2006-2012 is bekeken terwijl aangifte is gedaan over de periode 1993-2012. ,,Ook blijken van de 52 onderzochte afvalstromen er tien verdacht en zijn bij twee afvalstromen overtredingen geconstateerd. Daarnaast bestaat onduidelijkheid over de omschrijving van wetten en regels die zijn toegepast en is niet duidelijk wat er wordt bedoeld met een onderscheid tussen gemeten en gewogen concentraties asbest."

Ze vervolgt: ,,We hebben Johan Vollenbroek gevraagd de brief te beoordelen. Belangrijk want het enige dat nog overblijft is een kostbare gang naar het gerechtshof en ook dat geeft geen enkele garantie dat de waarheid en de gevolgen voor de gezondheid van de inwoners van Sliedrecht boven water komen." De stichting verwacht op basis van het advies van de onafhankelijke milieudeskundige over twee weken informatie te kunnen geven over mogelijke vervolgstappen.

advertentie
advertentie