'Wij willen een bootjeshelling'
Raad wil onder-
zoek naar locatie
Schaarhaven
SLIEDRECHT – Wethouder Johan Lavooi heeft tot 1 oktober de tijd onderzoek te doen naar de realisatie van een bootjeshelling in Sliedrecht. De gemeenteraad heeft hem nog vóór het zomerreces deze opdracht gegeven. De motie, ingediend door SGP-ChristenUnie, werd door alle fracties unaniem gesteund.
Door Caroline Voorbergen
,,Er is in Sliedrecht geen mogelijkheid een bootje te water te laten, dan wel eruit te halen. Een groot deel van de Sliedrechtse watersporters, met name de jongeren, hebben hier wel behoefte aan”, stelt SGP-CU-raadslid Leen Huijser, indiener van de motie.
De voorkeurslocatie van de raad is de Schaarhaven (Baanhoek 200/202) op de grens van Sliedrecht-Papendrecht. ,,Een prachtplek”, vindt Huijser. ,,De gemeente zal dan waarschijnlijk met Papendrecht in gesprek moeten gaan, maar dat kan juist mogelijkheden bieden. Samenwerken kan het project immers financieel aantrekkelijker maken.”
Of een bootjeshelling op die plek haalbaar is, weet Huijser niet. ,,Het is aan het college dit nu eens goed uit te zoeken. En mocht het hier om welke reden dan ook niet lukken, dan moet de wethouder maar met een andere locatie komen. De voltallige Sliedrechtse raad heeft heel duidelijk een punt gemaakt: wij willen een bootjeshelling.”
Al sinds 2002 wordt er in het Sliedrechtse Raadhuis bij tijd en wijle gesproken over een bootjeshelling bij de Schaarhaven. De toenmalige CDA-wethouder Rita Verboom was de eerste die in dat jaar een poging waagde. Het bleef bij woorden en de helling gleed weg in de vergetelheid. In 2006 was het VVD-wethouder Remco van de Ven die het dossier eens afstofte. Bij de behandeling van Het Plaatje werd uitgesproken dat een bootjeshelling een goed idee was, met daarnaast een ruimte voor duikvereniging Moby Dick. Beide wensen werden niet gerealiseerd.
De voorlaatste keer dat de helling in een raadsvergadering ter sprake kwam was in 2009 bij de Algemene Beschouwingen. ,,Maar veel verder dan 'dat zou leuk zijn' kwam het ook toen niet”, weet Huijser zich te herinneren. Het raadslid zegt vastbesloten te zijn er op toe te zien dat de woorden uitgesproken in de vergadering van 26 juni jongstleden wél in daden worden omgezet. ,,De wethouder heeft beloofd vóór 1 oktober met de uitkomst van zijn onderzoek te komen. De raad zal hem zo nodig aan deze belofte helpen herinneren.”
