De levensvisie van advocaat Gert Jongeneel

19 oktober 2013 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - In het advocatenkantoor van dhr. Gert Jongeneel zat ik op zijn chesterfield bank. Deze vriendelijk lachende man wilde ik bevragen op zijn levensvisie, normen en waarden in zijn werk. Zijn insteek bleek vooral praktisch. Hij noemde zijn Rotaryclub, klassieke vorming en christelijke opvoeding. Toen ik naar zijn levensvisie vroeg, zei hij: ,,Ik ben niks. Neutraal. Ik ben wel door mijn christelijke opvoeding gevormd, maar doe er niets mee.”

Het gesprek ging direct over zijn werk: ,,Ik zoek voortdurend naar de waarheid van die ene man voor wie ik opkom, zodat hij recht krijgt op basis van zijn waarheid.” Mooi, maar ik wilde weten hoe Jongeneel er zelf in stond: ,,Wat is jouw waarheid daarin? Is het zoeken naar waarheid jouw levensvisie?” ,,Dat zit er wel in, maar het is ook het goede zoeken voor je medemens. Het christelijke: wat je niet wil dat u geschiedt, doe dat een ander niet.” Hij glimlachte relativerend: ,,Je moet me daarop niet afrekenen!” Ik ging door: ,,Als je er straks niet meer bent, waarvoor heb je dan geleefd?” ,,Dan hoop ik dat mensen zeggen dat ik een goed mens was en mijn steentje heb bijgedragen.” ,,Is dat je levensvisie?” ,,Ik heb er nooit zo over nagedacht. Ik doe gewoon.”

Jongeneel vertelde over zijn toezichthoudende taken en het belang daarvan: ,,…want de mens is voor de mens een wolf.” Dit riep nieuwe vragen op. Als advocaat zoekt hij de waarheid van zijn cliënt. Als toezichthouder weet hij dat de mens voor de medemens een wolf kan zijn. Justitie en psychiaters kijken weer anders naar een mens. Nu wilde ik weten of Jongeneel de waarheid wel kan zien: ,,Als we die niet zien, wat voor zin heeft dat dan?” ,,Ik kan de waarheid niet zien, maar hij is wel te vinden. Ieder ziet een stukje. Zo groeit dat. Als je alles zou bevatten, zou het een saaie boel worden. Eng, als mensen dat kunnen. Voor God is dat anders. Dat hoort bij Hem. Hij weet alles. Ook dat maakte mensen bang.”

We spraken door over juridische gevechten die de cliënt boven de pet gaan: ,,Jij bent eigenlijk een vredelievend mens. Als advocaat word je altijd partij tegenover een ander. Is dat niet moeilijk?” Hij gaf toe: ,,Dan moet je de-escaleren. Partijen bij elkaar brengen.” Weer wilde ik zijn eigen positie daarin weten: ,,Jij hebt ook je eigen normen. Kunnen die botsen met die van je cliënt?” ,,Soms gebeurt dat. Als een persoon mij niet ligt, begin ik er niet aan. Misschien discrimineer ik dan. Daarom doe ik weinig strafrecht. Als ik me niet kan inleven, moet ik het onderste uit mijn tenen halen. Dan heb ik het gevoel dat ik mezelf beschadig.” ,,Botsen jouw normen soms met de wetgever?” ,,Ja. Soms komen er wetten, waar ik niets mee kan. Toch moet ik ermee leven. Maar ik doe mijn werk al bijna veertig jaar met plezier.” Gert Jongeneel bleef open en vrolijk. Toen ik hem bij mijn afscheid Gods zegen toewenste, lachte hij.

Gerard Vrooland

advertentie
advertentie