Sliedrecht in beroep tegen vergunning DuPont

14 november 2013 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - Het college van B en W gaat in beroep tegen de nieuwe vergunning die Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland heeft verleend aan het Dordtse chemieconcern DuPont. Het college heeft het milieu-adviesbureau MOB van Johan Vollenbroek daar de opdracht toe gegeven.

Het college heeft Vollenbroek, al jaren milieuadviseur van de gemeente, gevraagd om de nieuwe vergunning te evalueren en daarover advies uit te brengen. Vollenbroek constateert dat er een flink aantal uitbreidingen zal plaatsvinden bij DuPont. ,,De vergunning biedt ruimte om de productiecapaciteit van bijna alle installaties op te schroeven. Ook de opslag van een aantal gevaarlijke stoffen wordt vergroot. Bovendien komt er een nieuwe verfgroothandel bij met opslag van verfproducten tot een hoeveelheid van 100.000 kilogram. Bij een dergelijke uitbreiding stijgt ook het risico op een ramp, die honderd doden en duizenden gewonden tot gevolg zou kunnen hebben. In de nieuwe vergunning is niet geëvalueerd hoe deze risico's verkleind kunnen worden."

Een belangrijk punt van zorg volgens Vollenbroek is dat de opslagunit van de gevaarlijke stof waterstoffluoride (HF) wel overdekt is, maar niet afgesloten is aan de zijkanten. ,,Een geheel gesloten opslag is veiliger voor omwonenden, maar voor de bedrijfsvoering heeft een open opslag de voorkeur. Compenserende maatregelen worden dan aanbevolen, maar zijn niet verplicht." Zo zou koeling van waterstoffluoride het risico bij calamiteiten verminderen. Maar bij DuPont wordt niet gekoeld. Daarnaast werkt DuPont met druk op de HF-opslag, wat het risico vergroot.

Toch handhaaft de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) haar standpunt dat de huidige situatie met open opslag, werken onder druk en zonder koeling aan de wettelijke eis voldoet. Waarop OZHZ dit standpunt baseert is Vollenbroek niet duidelijk. Hij vraagt zich af of de opslag van waterstoffluoride wel aan het juridische uitgangspunt BBT (Best Beschikbare Technieken) voldoet.

Ook over de chlooropslag maakt Vollenbroek zich zorgen. ,,De opslag vindt wel plaats in een gesloten gebouw met een chloorvernietigingsinstallatie in geval van een onvoorziene lekkage. Maar uit een inspectierapport blijkt dat de capaciteit van deze installatie onvoldoende is bij het acuut vrijkomen van chloor uit een cilinder. In dat geval zou chloorgas door de inlaatroosters naar buiten kunnen stromen." Handhaving op dit punt is ondoenlijk, stelt Vollenbroek. ,,De Nederlandse overheid heeft in het kader van deregulering de nationale richtlijnen geschrapt en verwijst naar documenten van de Europese brancheorganisatie Euro Chlor. Maar Euro Chlor is een private onderneming van chloorproducenten die op elk moment de veiligheidsvoorschriften kan wijzigen zonder overleg met overheden. Bovendien spreekt Euro Chlor van richtlijnen en aanbevelingen. Die hebben geen verplichtend karakter."

Met name op basis van deze twee zorgpunten, de risicovolle open opslag van waterstoffluoride en de niet handhaafbare voorschriften voor chlooropslag, adviseerde Vollenbroek de gemeente in beroep te gaan. ,,De doelstelling van het beroep is niet om de nieuwe vergunning als geheel te vernietigen", benadrukt wethouder Ad de Waard. ,,De nieuwe vergunning bevat namelijk ook aanscherpingen op het gebied van emissies en brandveiligheid die winst opleveren voor de woon- en leefomgeving."

advertentie
advertentie