Wat mij boeit … zeeroeien

29 juni 2009 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - Ruud Kraaijeveld (66) begint en eindigt het interview over zeeroeien met het verhaal over de tocht van Calais naar Dover en terug met de ‘Cherbourg D’ or’. Met filmpjes op de laptop illustreert hij die indrukwekkende belevenis: ,,Tussen die grote Ferry’s door, nou dan is het net alsof er een flat langskomt hoor.” Menigmaal onderbroken door een schaterlach weet Ruud boeiend te vertellen over zijn in de jaren 70 ontstane passie voor roeien. Tot die tijd was voetbal zijn hobby, maar door een trap tegen zijn knie werd hij zodanig geraakt dat het niet meer mocht. Ruud is toen op zoek gegaan naar een sport waarbij je niet door een ander geblesseerd kan worden, maar alles zelf onder controle hebt.

Door Margreet Strijker

,,Je kunt ook gaan schaatsen, hardlopen of wielrenen, maar dan kom je niet verder dan veel rondjes rond de kerk en daar is niks aan. Samen met mijn broer ben ik lid geworden van ‘Roeiclub Gorinchem’. We stonden als snel bekend als ‘de twee idioten die roeien alsof de duivel hun op de hielen zit’. We waren namelijk nogal fanatiek en trainden met z’n tweeën in een ‘gestuurde Wherry’ op uithoudingsvermogen en kracht. Later ging Ruud door in ‘De Acht’ (acht roeiers en één stuurman). Op den duur viel de ploeg uit elkaar. ,,De één kreeg last van aambeien, de ander van zijn rug. De derde moest naar Timboektoe en nummer vier had een vrouw met een caravan en zowel de tuinkabouters als de echtgenoot moesten mee.” Waarop de zoveelste lach schalt.

Na een poosje in een ‘Vier’ geroeid te hebben, werd hij samen met een mede roeier gevraagd door de Koninklijke Dordtse Roei & Zeil Vereniging (KDZ&ZV). Na enige tijd was van het wedstrijdroeien het nieuwtje af en zijn ze overgegaan op de lange afstanden. Ook een Elfstedentocht hoort daarbij. ,,Ja, dat was wat. Binnen 24 uur moest je het traject afgelegd hebben. We haalden het net: een half uur voor tijd waren we binnen.” Er wordt smakelijk verteld over ’s avonds starten en tobbend met een zaklamp in het donker een meer oversteken. ,,Het laatste stuk over het Van Harinxmakanaal hadden we wind tegen en de tijd was bijna verstreken, nou dan sterf je duizend doden hoor.”

Een mederoeier ontdekte dat men in Cherbourg een zeeroeiboot aan het ontwikkelen was. Hij vroeg om informatie en kreeg een uitnodiging om langs te komen. ,,Met een ploeg van vijf reden we erheen en hebben kennis gemaakt met het type boot. Een jaar later gingen we weer.” Die tweede keer kreeg Ruud na de wedstrijd een hartinfarct. Elf dagen aan de monitor in Frankrijk en daarna revalideren. Maar het jaar daarop zat hij er toch weer in de boot. Echtgenote Mokkie: ,,Hij was niet te houden.” Ruud: ,,Maar we hebben artsen in onze ploeg dus dat is handig.” Later schafte KDR&ZV een eigen zeevier aan, de: “Cherbourg D’ or”, indertijd de eerste ‘Yole de Mer’ in Nederland.

Ruud en zijn Mokkie trekken graag door Europa met hun campertje, vooral langs de zee. Toen het echtpaar weer eens op pad was, zagen ze een aanplakbiljet over roeiwedstrijden bij Marseille. Het was vreselijk druk om daar auto te rijden en alles rond de haven was afgesloten. Ruud naar een portier: ,,Je suis monsieur Kraaijeveld uit de Pays Bas en Je ne suis pas un equipe." Mokkie vult schaterlachend aan: ,,Hij kende de naam van de voorzitter daar en liet die ook nog vallen. We mochten parkeren bij het portiershokje en zijn de hele dag koninklijk behandeld. Ook voorzitter Boudin kwam ons nog opzoeken.”

Later werden er om de wedstrijden heen roeitrektochten gepland. Op de Middellandse zee, maar ook in Denemarken en op de Adriatische zee. Mokkie ging mee in de ‘waldienst’ en er zijn al heel wat avonturen beleefd. Van slapen in een hangar tussen de bootjes tot heel luxe ontvangen worden in een schitterend pand uit 1600.

Ze zouden een keer meedoen met een oversteek van Normandië naar Engeland met de ploeg van Cherbourg. Na veel gedoe om sponsors te vinden, medische keuringen en geregel van hotelletjes was alles in kannen en kruiken. Een dag van tevoren kwam er een telefoontje dat het wegens teveel wind niet door kon gaan.

Maar toen ze later een keer met het campertje in Calais waren en Ruud de krijtrotsen van Dover kon zien liggen, besloot hij om zelf een oversteek te organiseren. Dagenlang is hij ter plekke bezig geweest om het voor elkaar te krijgen. Het werd al met al een hilarisch verhaal waarin hekken, gewapende douaniers, ambtenaren en formulieren figureren. Helaas ontbreekt de ruimte om het hier helemaal te vertellen, maar een vergunning werd bemachtigd, een volgboot met de juiste communicatie apparatuur aan boord gecharterd en een geschikte helling gevonden (die op de dag van de overtocht verdwenen bleek te zijn, waardoor er opeens een kraan geregeld moest worden). Het avontuur ging door: In tien en een half uur heen en terug inclusief een uurtje pauze in Dover. Ruud vat zijn passie voor het zeeroeien als volgt samen: ,,Het is altijd weer een groot avontuur, je komt overal en je doet aan sport. Het is prachtig om te doen.”

advertentie
advertentie