'We bidden voor rommel op ons bord'

17 augustus 2010 om 00:00 Nieuws

WIJNGAARDEN - ,,De Bijbel boeit mij buitensporig. Er zijn heel veel mensen in deze omgeving die geloven, maar ik denk niet dat ze erg diep de bijbel ingaan. Christenen erkennen het gezag van de Bijbel, maar mij boeit wat geschreven staat. Ik duik erin.” Aan het woord is Esther Noordermeer (45) die haar passie concreet maakt door een boek te schrijven over de relatie tussen voeding en de Bijbel. De werktitel is: ‘Mag ik bidden voor frikadellen?’ Ze heeft een populair wetenschappelijk boek met humor voor ogen, dat wel diep gaat. Esther vertelt groot gebracht te zijn in evangelische kringen. ,,Mijn ouders hadden een levend geloof. Als kind zag ik dat mijn vader op zijn knieën voor het bed zat te bidden als er iets moeilijks was. Ze hebben het op al hun kinderen overgebracht. Alle zes hebben we er bewust voor gekozen ons te laten dopen."

Door Margreet Strijker

Esther studeerde biologie en haalde een onderwijsbevoegdheid. Tijdens haar studie was ze al geboeid door algemene voedingsleer, tropische voeding en levensmiddelenchemie. Dat de evolutieleer doorweven is in elk vak van de biologie versterkte Esther in haar geloof in het scheppingsverhaal. ,,Juist omdat ik in de schepping geloof wil ik onderzoeken. Maar als biologiestudent sta je in je geloof geheel alleen. Pas aan het eind van mijn studie ontdekte ik dat twee medestudenten ‘stiekem’ ook gelovig waren en dat verwijt ik hen achteraf wel een beetje. Ik was aangesloten bij de evangelische studentenvereniging Ichthus en was op die leeftijd juist fanatiek genoeg om er wel voor uit te komen.”

Volgens Esther zegt de Bijbel over voeding heel leuke en moderne dingen, die je pas ontdekt als je echt gaat spitten. Een voorbeeld is dat wat je eet invloed heeft op je huid en geestelijke gesteldheid. In het boek Daniël komt een tien dagen test voor, waarin hij en zijn vrienden zich onthouden van Koninklijk voedsel. Esthers interpretatie in relatie tot voeding is dat ze in die test naar de huid gekeken hebben in vergelijking met een schaduwgroep. Een citaat uit haar boek: ,,Daniëls test is een bijzondere test. Het speelt zich af in de oudheid, 605 jaar voor Christus en toch is het heel ‘bij de tijd’. Zowel de Babylonische kamerdienaar als Daniël en zijn vrienden hebben het besef dat voeding een duidelijk meetbaar effect heeft op het uiterlijk. Heel concreet dus. Wie gaat iets dergelijks testen als het niet meetbaar zou zijn? Het gegeven dat hun voeding ook effect had op hun geestelijk functioneren is wel zeer vooruitstrevend. In Daniël 1: 20 staat zelfs dat hun advies tien maal beter was dan dat van de andere geleerden.”

Met de titel van haar boek ‘Mag ik bidden voor frikadellen’ wil Esther zonder oneerbiedig te zijn, aangeven dat God in een spagaat zit. ,,We bidden voor de rommel die op ons bord ligt. Door onze voedselkeuze trekken we allerlei ziekten naar ons toe. Hiervan zijn de welvaartsziekten het duidelijkst. We bidden voor het voedsel en bidden tegelijk voor onze gezondheid. Vervolgens bestormen we de hemel als het noodlot ons treft. Maar we vergeten dat het niet altijd noodlot is; het is gewoon onze bestelling die arriveert. Wat moet God met ons gebed? Wij vragen Hem iets te zegenen wat in principe niet te zegenen is.”

Esther laat symbolisch zien hoe ze tot het schrijven van haar boek komt. Op tafel heeft ze vier boekenstapels gelegd. De hoogste is er een met Bijbelvertalingen. De tweede stapel is iets minder hoog en bestaat uit concordanties (naslagwerken) en Bijbelcommentaren. Het derde en vierde stapeltje zijn allebei laag. Het ene bevat boeken van mensen die iets over de Bijbel geschreven hebben en het kleinste de biologieboeken die haar studie representeren. ,,En middenin de stapels staat een toetsenbord omdat je tegenwoordig heel veel informatie van internet kunt halen. Ernaast liggen mijn enorme vellen met aantekeningen met daar weer onder mijn map, met het manuscript voor wat uiteindelijk mijn boek moet worden. Het kussen symboliseert de tijd. Ik ben al twee jaar bezig en er zijn periodes met veel inspiratie en periodes met minder. Soms moet ik er een (paar) nachtje(s) over slapen. Het boek zal ook enkele humoristische cartoons van Leon (17), de zoon van mijn man bevatten. ,,Ik vind bij God diepgang maar ook humor. Die combinatie spreekt mij aan en is ook mijn ervaring.”

Haar doelgroep is voor een groot deel de mensen die geloven, maar ze hoopt mensen die niet geloven te triggeren om de Bijbel serieus te nemen. ,,Dat mensen zeggen: 'Staat dat erin?' Ik begrijp overigens de ergernis over de verhalen in de Bijbel wel. Het komt doordat ze het niet snappen, omdat ze de Bijbel niet echt kennen. Elk van mijn kinderen heeft wel een onhebbelijkheid. Die kan ik ook niet uitleggen, anderen blijven het irritant vinden. Maar ik snap hoe het zit omdat ik mijn kind ken.”

Esther geeft soms lezingen en heeft een seminar in voorbereiding over ‘Voeding in relatie tot de Bijbel’. ,,Dat vind ik heel leuk om te doen. Uit reacties van de mensen merk ik dat wat mij boeit ook op anderen is over te brengen."

Op de foto: Esther laat symbolisch zien hoe ze tot het schrijven van haar boek komt.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie