OM eist celstraffen voor marteling in Sliedrechtse kelderbox

SLIEDRECHT - Ze werd in Sliedrecht door drie vrouwen een kelderbox in gelokt, werd vastgebonden, geslagen en geschopt. Haar haren werden afgeknipt en brandende sigaretten werden uitgedrukt in haar gezicht. Ruim anderhalf uur werd zij toegetakeld, totdat zij bekende dat zij seks had gehad met een vriend van één van de verdachten. Het overkwam een 18-jarige vrouw uit Rotterdam in november 2012. Donderdag 4 april moesten de hoofdverdachte en de twee medeverdachten zich voor de rechtbank verantwoorden. Het Openbaar Ministerie heeft tegen het drietal in het totaal 81 maanden cel geëist, waarvan een deel voorwaardelijk is.

Door Peter Stam

,,Vreselijk en weerzienwekkend," zo omschreef de officier van justitie de zaak. ,,Dit meisje is in die nacht van 2 november behoorlijk beschadigd. Zij loopt nu rond met een posttraumatische stressstoornis, slaapt bij haar moeder in bed omdat ze zo bang is, wordt badend in het zweet wakker door nachtmerries en heeft nog steeds brandwonden in haar gezicht doordat daar brandende sigaretten op uitgedrukt zijn," aldus de officier.

Het 18-jarige slachtoffer werkte in een Rotterdams café voor de 26-jarige hoofdverdachte N.K. uit Zwijndrecht. Deze Zwijndrechtse vrouw vermoedde volgens justitie dat haar werknemer seks had gehad met haar ex-vriend en wilde daar de details van weten. Om die reden zou zij in de nacht van 2 november samen met medeverdachte M.D. (27) naar de kelderbox van Y.C. (22) in Sliedrecht zijn gegaan om het verhaal er letterlijk uit te slaan. N.K. zou het slachtoffer en de twee medeverdachten de kelder ingelokt hebben door te stellen dat er een zware doos opgetild moest worden. De hoofdverdachte ontkent elke betrokkenheid bij de zaak. ,,Ik was die nacht helemaal niet in Sliedrecht. Ik was mijn huis aan het schoonmaken. Ik heb dus verder niet zo veel te verklaren," zei de vrouw tegen de rechters. De twee medeverdachten maakten met hun verklaringen die stelling behoorlijk ongeloofwaardig. ,,Zij was juist de initiatiefneemster, zij wilde een bekentenis afdwingen," vertelden de meiden.

Y.C. vertelde dat zij tot het moment zelf niet wist wat er ging gebeuren: ,,Ik werd gebeld en N. vroeg of zij mijn kelderbox mocht gebruiken. Ik mocht het tegen niemand zeggen. Toen wist ik nog niet wat er ging gebeuren. Ik dacht eigenlijk dat het iets met wiet te maken had of zo." Niet veel later zag de Sliedrechtse hoe haar kelderbox werd gebruikt voor een marteling. ,,Mijn grote fout is dat ik niets heb gedaan. Ik dat de politie moeten bellen, maar heb dat niet gedaan. Ik was in shock," blikte Y. in de rechtbank terug. Medeverdachte Mirela voegde daar huilend aan toe: ,,Ik heb zoveel spijt. Ik had moeten ingrijpen, maar alles was gewoon te heftig. Zelf heb ik dit bij mijn man ook meegemaakt en alles kwam weer boven. Alle gevoelens gingen door elkaar. Ik kon me gewoon niet meer bewegen. N. zei dat als het meisje bekende, ze mocht gaan."

Terwijl het slachtoffer vastgebonden op de grond in de kelderbox lag, werd op haar ingeslagen met een stok. Y. kreeg naar eigen zeggen na ruim een uur de opdracht om de haren van het slachtoffer af te knippen: ,,Dat heb ik niet gedaan. N. pakte toen de schaar af en heeft zelf het haar er af geknipt. Ik kon haar echt niet tegenhouden."

De officier van justitie heeft celstraffen geëist tegen de drie verdachten. Tegen hoofdverdachte N.K. eiste hij 24 maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk. ,,Zij heeft dit gepland en heeft aangezet tot de mishandeling," stelde de aanklager. Tegen M.D. eiste hij ook een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan zes voorwaardelijk en tegen Y.C vijftien maanden, waarvan vijf voorwaardelijk. ,,Y. is niet de volledige anderhalf uur aanwezig geweest en heeft een kleinere rol gespeeld in het geheel dan de andere twee," verklaarde de officier het verschil tussen de zwaarte van de eis tegen de twee medeverdachten. Naast de gevangenisstraffen, eiste het OM dat het drietal 7000 euro aan het slachtoffer betaalt, als schadevergoeding.

Aan het einde van de zitting las N.K. nog een verklaring voor. Zij stelde daar in dat de beschuldiging tegen haar als een donderslag bij heldere hemel kwam. ,,Ik zit nog steeds in het huis van bewaring. Je kunt dus al gestraft worden door een valse verklaring. Ik ben gewoon te goed van vertrouwen geweest," aldus de Zwijndrechtse.

De rechtbank doet op 18 april uitspraak in de zaak.