Omar Alkhateeb heeft veel achtergelaten in Syrië.
Omar Alkhateeb heeft veel achtergelaten in Syrië. Gerard Vrooland

Nieuwe Nederlanders - ‘Tegen muur gezet en neergeknald’

12 april 2024 om 17:05 Mensen

SLIEDRECHT Integratie van nieuwe Nederlanders is waar dominee Gerard Vrooland zich met hart en ziel voor inzet. In de komende maanden vertelt hij maandelijks een verhaal uit de praktijk.

door Gerard Vrooland

Hij is nu ruim tweeënhalf jaar in Sliedrecht: Omar Alkhateeb. Hij heeft veel achtergelaten in Syrië. Daar had hij familie, vrienden en een eigen zaak met bruidskleding. Als gediplomeerd couturier vermaakte hij de mooiste gewaden, zodat de bruid tevreden was. Graag zou hij in Nederland dat werk weer gaan doen. Ik vroeg of hij niet liever terug zou gaan naar zijn ouders en familie. “Nee!”, was zijn hartstochtelijke reactie. Hij vertelde dat hij gevaar liep vanwege zijn naam. President Assad zou hem om zijn naam in de gevangenis kunnen gooien: “Dat gebeurt in Syrië.” 

Hij heeft gezien hoe mensen met de naam ‘Omar’ werden opgepakt en tegen de muur gezet. Hij maakt een gebaar alsof hij met een geweer schoot. “Ze werden neergeknald.” Ik vroeg verbaasd: “Alleen maar vanwege die naam? Waarom?” Hij antwoordde: “Omdat er in 640 een kalief was die Omar heette. Hij was de tweede opvolger van onze profeet Mohammed. Assad wil elke herinnering aan Omar uitroeien.” “Maar Assad is toch ook een moslim?” “Nee, hij is een alawiet.” (GV: Alawieten erkennen alleen de vierde kalief ‘Ali’ als de ware opvolger van Mohammed. Ze hebben in het verleden geleden onder vervolgingen door moslims die kalief Omar wel erkenden.) 

Onze Omar is in elk geval heel blij dat hij nu in Sliedrecht woont. Hij noemde allerlei politieke en maatschappelijke voordelen in Nederland: “En de mensen hier zijn vriendelijk.” Ik vroeg naar de cultuurverschillen. Hij vertelde dat in Syrië mensen elkaar altijd opzochten en voor elkaar zorgden met eten tijdens de Ramadan of als iemand ziek was. In Syrië zijn mensen meer op de groep gericht. In Nederland leven de mensen meer op zichzelf.” 

Omdat ik Omar ken van onze gespreksgroep in Pand 33, vroeg ik hem hoe hij dat vindt. “Heel goed. Christenen en moslims praten samen over hun geloof. Ze zijn bijna hetzelfde.” Omdat we de vorige keer hebben afgesproken dat we ook met elkaar zullen bidden, vroeg ik hoe hij dat vindt. Ik verwacht namelijk dat God door gebeden laat zien wie Hij echt is. Omar keek eerst bedenkelijk en wachtte even met zijn antwoord: “Er zijn wel verschillen. Jullie bidden tot Jezus. Wij niet.” Ik zei, dat ik thuis voor hem bid. Hij knikte: “Ik bid ook voor jou.” 

Ik vroeg: “Als het thuis kan, waarom kunnen we dan niet bij elkaar voor elkaar bidden? Jij bidt tot Allah en ik bid door Jezus tot God. Dat verschil blijft bestaan.” Toen maakte Omar duidelijk wat hij bedoelde. Want de moslims kennen bepaalde verplichte gebeden: vijf keer per dag de salat. Daaraan kunnen christenen niet deelnemen. Maar de vrije smeekgebeden, de dua’s , zijn anders. Die zijn spontaan. Ik vroeg hem: “Kan dat wel?” Hij knikte instemmend en gaf me nog een lekker stuk van zijn koeken. (Wie informatie wil over dit initiatief, bel 06 30474312.)

Marjanne Dijkstra

advertentie
advertentie