Als jochie al niet bij treintjes weg te slaan

17 maart 2010 om 00:00 Nieuws

SLIEDRECHT - ,,Waarom heb ik iets met treinen? Ja, waarom hou je van je vrouw? Het komt van binnenuit. Het is niet uit te leggen.” Toen Riens Lagewaard een jaar of drie was hadden zijn ouders een roeibootje en peddelden ze weleens met hem naar de Wantijbrug. ,,Ik weet nog steeds hoe geweldig ik het vond, als daar dan een stoomlocomotief overheen reed. We hadden een winkel en ik mocht als klein jochie soms met mijn vader mee als hij speelgoed ging inkopen op de Jaarbeurs. Ik was dan niet bij de treintjes weg te slaan. Toen ik iets ouder was ging ik graag bij de overweg naar de treinen kijken.” Ruim 51 jaar geleden, kort nadat zoon Kees geboren was kocht Riens een eerste locomotiefje. Op een plank op de grond begon hij aan een modelspoorbaan. In een volgende woning kreeg de baan een plaatsje op de vliering en later werd alles naar een klein slaapkamertje verhuisd.

Door Margreet Strijker

November 2008 betrok Riens een appartement in de Hooghe Lijster en een maand later begon hij met het bouwen van een nieuwe modelspoorbaan. ,,In de vorige woning had ik maar een baantje van twee bij twee, maar deze is 1.75 bij drie meter want ik heb de grote slaapkamer ervoor gebruikt.” Hij bouwde alles zelf op. Metalen poten op wielen dragen de triplex treinentafel met drie hoogteniveaus. De treinen, maar ook de wissels en verlichting worden digitaal aangestuurd. Hoewel het nog lang niet af is, geven de zes spoorbanen die er nu liggen al een goed beeld van hoe het worden gaat. Oude stoomtreinen en een gloednieuwe NS Koploper rijden al rond. Net als een oudere NS personentrein, een Zweedse trein en één van de Deutsche Bundesbahn met schemerlampjes voor de ramen. Een Shell trein met ronde reservoirs erop en goederentreinen met containers van Sealand, Ford en M&M’s staan op een rangeerterrein waar een oude loc uit een loods komt. De tunnel en het kasteeltje staan op wat het landelijke gedeelte worden moet, maar de spoorbrug ligt nog ergens in een hoekje op de grond. Waar de stad komt staat een kerk en op het industrieterrein is al een cementfabriek en een olieopslagplaats. De watertoren en het overlaadstation voor de stoomlocs zijn in de maak. De rangeerbanen van de twee schaduw stations op de onderste niveaus liggen op hun plek, maar de replica van het Hauptbahnhof van Bonn staat nog in de huiskamer.

Het licht in de stationshal kan aan waardoor het interieur met de winkeltjes en loketten goed te zien is. Op het perron onder de overkapping de conducteur en wachtende reizigers met hun bagage inclusief een zwangere dame met een peuter in een wandelwagen. ,,Ik heb een week of zes over dit station dat uit vijf delen bestaat gedaan. Het was een heel werk, maar wel leuk werk. De rest is ook leuk, maar vaak met veel gepuzzel. Ik wil alles zo maken, dat het weer los kan om de decoders tussen de verschillende niveaus te kunnen bereiken.” Die decoders zitten aangesloten op de computermodule. Daarin heeft Riens zijn locomotieven opgeslagen en door een tikje op het aanraakscherm kun je het exemplaar waar mee gereden gaat worden oproepen. Ook de wissels kunnen op deze manier aangestuurd worden. Knopjes aan de zijkanten van de module dienen onder meer voor licht en geluid. Je hoort eerst het fluitje van de conducteur en de motor aanzwellen, ziet de gele en rode lichtjes aangaan en de trein vertrekt. Elke locomotief heeft zijn eigen geluid, dus het is goed te horen als er een stoomloc langskomt. Op het station wordt omgeroepen dat de sneltrein binnenkomt en als de deurtjes opengaan klinkt: ,,Aussteigen bitte”. Overal lopen dunne elektriciteitsdraadjes om alles met elkaar te verbinden.

Om te beter te doorgronden hoe dit allemaal werkt volgde Riens kort geleden een seminar bij ‘Het Oude Station’ in Papendrecht. Ook haalt hij veel informatie uit het tijdschrift van Märklin waarop hij geabonneerd is. ,,Ik had trouwens gedacht dat er op zo’n workshop over een digitaal besturingssysteem alleen maar jonge mensen zouden afkomen maar nee hoor, allemaal grijze koppen.” Overigens is een computer niks nieuws voor de 77-jarige. In zijn werk had hij er al mee te maken en zijn zoon, die onderwijzer is leerde hem powerpoint gebruiken. Voor de historische vereniging scande hij honderden foto’s in en voor verpleeghuis Waerthove houdt hij het digitale informatiescherm bij.

,,Mijn zoon en kleinkinderen hebben niet zoveel met treinen, maar mijn vrouw die al jaren in Waerthove verblijft vond het wel leuk. Ze keek graag naar de modelbaan en ik kreeg vaak een wagon of locomotief voor mijn verjaardag, want het is best een dure liefhebberij. De allereerste loc kostte 65 gulden. Ik verdiende toen 60 gulden per week en ik kocht hem van mijn opgespaarde overwerkcenten.” Riens woont achthoog en in de winter als de bomen kaal zijn kan hij de treinen op de MerwedeLingelijn zien rijden. In het echt, dus aan een model van de Arriva Spurt, dat tussen de 700 en 1000 euro kost heeft hij geen behoefte. Wie nieuwsgierig is geworden naar de modelbaan kan een kijkje nemen op www.rienslagewaard.nl.

advertentie
advertentie