
‘t Kloppie
27 april 2023 om 09:46 ColumnAls “jongere oudere” maakte mijn hart vorige week een vreugde-sprongetje bij het bericht, dat het Sliedrechts Museum een historische expositie heeft samengesteld over Scheepswerf De Klop, destijds – in de volksmond – ‘t Kloppie.
Nostalgie in optima forma, want in 1968 ben ik daar mijn werkende leven begonnen bij – voluit – N.V. Scheepsbouwwerf en Machinefabriek De Klop, toen nog aan de Industrieweg tegenover nu het gemeentekantoor.
Een schitterende tijd, toen vroeger alles nog echt beter was, zo ook bij De Klop, weliswaar wat ouderwets, maar laat maar terugkomen.
Toen ik – na het behalen van mijn MULO diploma – de examenfeestjes had overleefd – stuurde ik niet meer dan één sollicitatiebrief (naar De Klop) en wachtte geduldig op antwoord, tot groot ongenoegen van mijn vader, want met “één brieffie” kwam je nooit aan het werk.
“Nou, Pa, dat komt wel goed”, want bij De Klop nemen ze me natuurlijk gewoon aan. Daar was mijn lieve vadertje nog niet zo van overtuigd, maar onze weddenschap leverde meteen het eerste “tientje” op.
Afijn, sollicitatiegesprek met – toen al – een echte “people’s manager” meneer W.C. Boer, die later gewoon Wim Boer bleek te heten. Die had het meteen door en nam me direct aan, als “assistent-expediënt op de correspondentie-afdeling” (het beestje moest een naam hebben) tegen een salaris van wel 192 gulden bruto per maand, oftewel – nu – zo’n 90 Euro.
Detail en waar gebeurt: Hij vertelde, dat hij die ochtend nog een “Slierechts meissie” van 16 had aangenomen en – je weet maar nooit – misschien wordt dat nog wel eens wat.
Dat bleek tot op heden de enige waarheidsgetrouwe voorspelling in mijn leven.
Zo ging ik vanaf 1 augustus 1968 dagelijks op mijn brommertje van Alblasserdam naar De Klop in Sliedrecht, waar een wereld voor me openging. Ik leerde het verschil tussen een “Beavertjie”, een baggermolen en een cutter- of een hopperzuiger. Ik ontdekte “Het Luifeltje”, “Toontje” en de Rosmolen. Begon te begrijpen hoe het leven in elkaar zat en besloot nooit meer weg te gaan uit dit dorp.
Mijn brommer werd een nieuwe bij elkaar gespaarde Puch, waar al snel dat “Slierechtse meissie van De Klop” achter op sprong, ontdekte daarna nog meer wonderbaarlijke dingen, waaronder een betaalbaar rijtjeshuis-met-subsidie, toen voor starters ook al een unicum.
Voor de expositie over De Klop had ik helaas niet veel. Nou ja, mijn aanstellingsbrief, eerste loonstrookje en natuurlijk “een kop vol goede herinneringen”.
En die expositie ga ik zien, al was het alleen maar om nog meer goede herinneringen terug te halen over “ons dorp, ik weet nog hoe het was . . .”
[Joop Keesmaat